Hoofdstuk 8: Dhruva Vertrekt van Huis naar het Woud

(71) Ondertussen
werd na het nemen van een
bad en
een nacht vasten de
Oorspronkelijke Persoonlijkheid [door Dhruva], met een volmaakte
aandacht aanbeden op de manier die
Nârada hem had
aangeraden.

Hoofdstuk 9: Dhruva
Keert
uit
het
Woud
Terug
Naar
Huis

(4) Toen
Hij zag dat hij hem wilde verheerlijken maar niet goed wist hoe dat
moest, beroerde de Heer, die het gebed is in overeenstemming met de
geschriften in het hart van een ieder, vol begrip voor de jongen
genadevol zijn voorhoofd met Zijn schelphoorn.

Hoofdstuk 10: Het
Gevecht
van
Dhruva
Mahârâj
met
de
Yaksha's

(7) Uit
weerzin tegen het geluid van
de schelphoorn verschenen
toen de
zeer machtige soldaten van Kuvera en vielen hem aan met allerlei
soorten wapens.

Hoofdstuk 11: Svâyambuva Manu Raadt Dhruva
Mahârâja
aan met Vechten te Stoppen
(14) De
Allerhoogste Heer behagend zal een persoon, bevrijd van de
basiskwaliteiten van de materiële natuur en vrij van zorgen over
zijn
individuele bestaan, een onbegrensde geestelijke gelukzaligheid
bereiken
[brahma nirvâna].

Hoofdstuk 12: Dhruva
Mahârâja Keert Terug naar God
(17) Aldaar
zuiverde
hij
zijn
lichaam,
baadde
hij
in
zuiver
water
en
beheerste
hij,
gefixeerd
in
yogahoudingen,
het
proces
van
de ademhaling door zijn geest af te
wenden van zijn fysieke zinnen. Zich concentrerend op de precieze vorm
van de Heer die hij voortdurend
in gedachten
hield, raakte hij aldus
mediterend volledig verzonken.

Hoofdstuk 13: Beschrijving
van
de
Afstammelingen
van
Dhruva
Mahârâja
(39) Die jongen verscheen ten dele in navolging
van de op de dood
georiënteerde
a-religieuze grootvader van moeders kant. Hij groeide daardoor uit tot
een schender van de heilige plicht.

Hoofdstuk 14: Het Verhaal van Koning Vena

(29) Maitreya zei: 'Met al het
getoonde respect niet ingaand op het verzoek van de wijzen, raakte
aldus
hij verstoken van alle fortuin wiens intelligentie was bedorven en die zo
heel zondig was afgedwaald
van het rechte pad.