regelbalk



 

Canto 4

S'rî Krishna Caitanya




Hoofdstuk 14: Het Verhaal van Koning Vena

(1) Maitreya zei: 'De wijzen met Bhrigu aan het hoofd die altijd uit waren op het welzijn van alle mensen begrepen dat met de afwezigheid van koning Anga de burgers gedoemd waren op het niveau van de dieren te leven. (2) De wijze mannen riepen Vena's moeder Sunîthâ bij zich en kroonden hem [Vena] toen tot de heerser over de wereld, ook al waren de ministers het er niet mee eens. (3) Toen ze hoorden dat koning Vena de troon had bestegen verborgen de dieven, die wisten dat hij een zeer strenge bestraffer was, zich meteen als waren ze ratten bang voor een slang. (4) Koning Vena die de hoogste zitplaats had ingenomen was zeer trots op de acht vormen van weelde [bhaga, zie 3.24: 32] en beschouwde zichzelf als de grootste. Vol minachting begon hij de grote persoonlijkheden te beledigen. (5) Aldus verblind door de macht besteeg hij, trots als een niet beheerste olifant, een wagen en trok hij rond, hemel en aarde schrik aanjagend. (6) Het de brahmanen niet toestaand dat er enig offer werd gebracht, aan liefdadigheid werd gedaan of dat er ook maar één grammetje boter in het vuur werd geofferd, maakte hij aldus met zijn paukengeroffel overal een einde aan de religieuze rituelen. (7) Toen de wijzen, die altijd de offers hadden uitgevoerd, zagen wat de grote schurk Vena deed, beschouwden ze dat als een bedreiging voor de gewone man en raakten ze uit mededogen in gesprek. (8) 'Zoals een blok hout dat aan twee kanten in brand staat, verkeert de gewone man helaas van de beide zijden van zowel de koning als van de dieven en schurken in groot gevaar. (9) Omdat we bang waren zonder een koning te zitten werd Vena gekroond hoewel hij er niet voor geschikt was en nu dreigt er ook van zijn kant gevaar. Hoe kunnen de levende wezens nu gelukkig zijn? (10) Zoals een slang in leven gehouden met melk zelfs degene aanvalt die hem te eten geeft, heeft Vena, geboren uit de schoot van Sunîthâ, zich ontwikkeld tot een uiterst kwalijk karakter. (11) Met hem aangesteld als koning lijdt het geen twijfel dat hij erop uit is de burgers schade te berokkenen, maar om te voorkomen dat wij voor de gevolgen van zijn zonden moeten boeten zullen we proberen hem tot vrede te bewegen. (12) Hoewel we ons bewust waren van Vena's ondeugd hebben we hem tot koning uitgeroepen. Als we hem met onze woorden niet tot vrede kunnen bewegen, zal hij worden veroordeeld door het volk vanwege zijn kwaadaardig handelen en moeten branden, even zo goed als hij ook zal moeten branden op basis van onze eigen heftige tegenstand.' (13) Aldus besloten benaderden de wijzen Vena onder het verhullen van hun woede. Met vriendelijke woorden bewogen ze hem tot vrede en spraken ze met hem.'

(14) De wijzen zeiden: 'O beste van de edelen! Probeer alstublieft te begrijpen,, o Koning, wat we u gaan zeggen. Het zal uw levensduur verlengen, uw kracht vergroten en uw reputatie ten goede komen, o allerbeste. (15) Personen die, in woord, gedachte, lichaam en intelligentie vrij van gehechtheid zijn en handelen in overeenstemming met de religieuze beginselen, zijn de werelden vergund die vrij zijn van ellende; ze zullen bevrijding en duurzaam geluk vinden. (16) Moge u dat niet verliezen, o held van de mensen, de koning die dat verliest wat de oorzaak van voorspoed is zal zijn overwicht verliezen. (17) O Koning, het adellijk bestuur dat de mensen beschermt tegen kwalijke regenten, dieven en schurken kan op grond daarvan belastingen innen en zowel deze wereld als de wereld erna genieten. (18) Het is in die koninkrijken waar in de steden de Allerhoogste Heer, de genieter van alle offers wordt aanbeden, dat de mensen het varnâs'rama systeem [van roepingen en leeftijdsgroepen] volgen en handelen in overeenstemming met hun eigen aard. (19) De Fortuinlijke, de oorspronkelijke oorzaak van de kosmische manifestatie, zal tevreden zijn met die koning, o nobele ziel, die in zijn machtspositie van de Ziel is die de hele wereld bij elkaar houdt. (20) Als men Hem, de Heerser over Heersers, behaagt kan men het onmogelijke bereiken en daarom zetten de mensen zich overal, op alle mogelijke manieren, met het grootste genoegen in om, met de leiding van hun voorkeur [hun goden, beeltenissen en/of koningen], offers te brengen voor Hem. (21) Het is Hij die met al de beeltenissen die men aanbidt de ontvanger is. Hij is de slotsom van de Veda's, de eigenaar van alle middelen van aanbidding en het doel van alle verzaking. Derhalve zou u, o Koning, ter wille van de meerdere eer en glorie van u en uw eigenbelang, uw landslieden moeten opdragen tot de dienst aan God over te gaan middels de verschillende vormen van offeren. (22) Als de brahmanen in het koninkrijk zich bezighouden met de eredienst, worden alle verlichte zielen die deel uitmaken van de Heer, naar behoren gerespecteerd en zullen zij, zeer tevreden, u van het verlangde resultaat verzekeren. O held, u moet ze niet minachten.'
 
(23) Vena gaf ten antwoord: 'O hoe kinderachtig bent u allen met het voor religieus houden van irreligieuze beginselen. In feite verzaakt u de vader die u voedt en gaat u vreemd met een andere liefde. (24) Zij die onwetend zonder achting niet door hebben dat de Heer er is in de vorm van de koning, kunnen geen geluk vinden in deze wereld noch in het hiernamaals! (25) Wat is nu de naam van die genieter van het offer op wie u uw zo grote toewijding richt? Net als een slechte vrouw met haar geheime minnaar schiet u tekort in uw genegenheid voor uw [koning, uw] echtgenoot! (26-27) De schepper, de handhaver, de vernietiger, de koning van de hemel, de god van de wind en de god van de dood; de god van de zon, de god van de regens, de god van de schatkist en de god van de maan; de god van de aarde, de god van het vuur en de god van de wateren; al dezen en ook andere machten in staat tot zegening en vervloeking houden zich op in het lichaam van de koning, de koning omvat al de goden. (28) Om die reden, mijn beste geleerden, behoort u mij te aanbidden in uw rituelen en niet jaloers te zijn. Zet al die middelen in ter wille van mij, er is niemand anders om te aanbidden als de hoogste genieter van het geofferde.'

Good and Evil

(29) Maitreya zei: 'Met al het getoonde respect niet ingaand op het verzoek van de wijzen, raakte aldus hij verstoken van alle fortuin wiens intelligentie was bedorven en die zo heel zondig was afgedwaald van het rechte pad. (30) En zo waren al de brahmanen beledigd door hem die zichzelf zo heel onderlegd achtte. Gefrustreerd in hun beleefde verzoek, o Vidura, werden ze zeer kwaad op hem: (31) 'Breng hem ter dood, ter dood, deze koning, deze zondaar, deze verschrikkelijke kerel die de hele wereld spoedig in de as legt als we hem z'n gang laten gaan. (32) Deze man, zo vol van ondeugd, verdient de verheven troon niet als een god van de mensen. Schaamteloos beledigt hij Heer Vishnu, de meester van alle offers! (33) Wie anders dan die ongelukkige Vena zou nu zo godslasterlijk zijn over Hem door wiens genade men alle fortuin geniet?' (34) Met dat besluit hem te doden toonden ze hun woede en hielpen ze met het geluid van hun afwijzing ['Hum' zeggend] Vena de wereld uit, [de koning] die ten onder ging door met de Onfeilbare te spotten. (35) Nadat de wijzen waren teruggekeerd naar hun hermitages, behield de treurende Sunîthâ het lichaam van haar zoon met behulp van het zingen van mantra's.

(36) Eens, toen de wijzen een bad namen in het water van de Sarasvatî en offergaven brachten in het vuur, gingen ze zitten aan de oever van de rivier en begonnen ze de kwestie van de waarheid te bespreken. (37) Ze vertelden elkaar toen dat ze hadden gezien dat zich onregelmatigheden ontwikkelden waar de mensen bang van werden; zouden de burgers zonder een heerser niet te lijden hebben onder het ongeluk van een wereld vol van dieven en schurken? (38) En inderdaad, op het moment dat de wijzen dit in overweging namen kon men overal waar men keek de hemel verduisterd zien door stofwolken opgeworpen door het zich uit de voeten maken van plunderende criminelen. (39-40) Ze zagen toen hun fout in: de verstoringen waar de gewone man onder leed wiens rijkdom werd geplunderd, waren te wijten aan de dood van hun beschermer. Met het land vol dieven en moordenaars in wanorde zonder een koning, waren ze, ondanks hun kennis, niet in staat de boeven te onderwerpen. (41) Een gelijkgezinde en vreedzame brahmaan die degenen die het moeilijk hebben veronachtzaamt, verliest zijn geestkracht, zoals ook een gebroken pot zijn water verliest. (42) De familielijn van de heilige koning Anga zou niet moeten worden gebroken, want het zaad van de koningen van deze familie was zo vruchtbaar dat ze de bescherming genoten van Kes'ava ['Hij met de mooie krullen']. (43) Aldus besloten de wijze mannen ertoe met veel kracht de dijen van de dode koning te karnen. Daarop kwam er een persoon genaamd Bâhuka [de dwerg] ter wereld. (44) Hij was zo zwart als een kraai, in ieder opzicht zeer kort van stuk met zeer korte benen en armen, had grote kaken, een platte neus, rooddoorlopen ogen en haar zo rood als koper. (45) Onderworpen boog hij voor de wijzen en vroeg: 'Wat kan ik voor u betekenen?' 'Ga alstublieft zitten', gaven ze ten antwoord en zo, mijn beste, stond hij sedertdien bekend als Nishâda. (46) Zijn nakomelingen werden daarop de Naishâda's genoemd. Ze bewoonden de heuvels en bossen omdat ze, geboren uit Vena, werden gevreesd vanwege al zijn zonden.'

      

next                           

 
Derde herziene editie, geladen 18 september 2017.

 

 

 

Voorgaande Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

Maitreya zei: 'De wijzen met Bhrigu aan het hoofd die altijd uit waren op het welzijn van alle mensen begrepen dat met de afwezigheid van koning Anga de burgers gedoemd waren op het niveau van de dieren te leven.
Maitreya zei: 'De wijzen met Bhrigu aan het hoofd, die altijd het welzijn van de mensen voor ogen hadden, hadden van de burgers begrepen dat de koning afwezig was; ook wisten ze dat ze dan zeker op het niveau van de dieren zouden leven. (Vedabase)

 

Tekst 2

De wijze mannen riepen Vena's moeder Sunîthâ bij zich en kroonden hem [Vena] toen tot de heerser over de wereld, ook al waren de ministers het er niet mee eens.

De wijze mannen, riepen toen Vena's moeder, Sunîthâ, bij zich, en kroonden hem [Vena] toen tot de heerser over de wereld, ookal waren de ministers het er niet mee eens. (Vedabase)

  

Tekst 3

Toen ze hoorden dat koning Vena de troon had bestegen, verborgen de dieven, die wisten dat hij een zeer strenge bestraffer was, zich meteen als waren ze ratten bang voor een slang.

Horend dat Koning Vena de troon had bestegen verborgen de dieven, wetend dat hij een strenge bestraffer was, zich terstond gelijk ratten bang voor een slang. (Vedabase)

  

Tekst 4

Koning Vena die de hoogste zitplaats had ingenomen was zeer trots op de acht vormen van weelde [bhaga, zie 3.24: 32] en beschouwde zichzelf als de grootste. Vol minachting begon hij de grote persoonlijkheden te beledigen.

Koning Vena die het zover als tot de koninklijke zetel had gebracht was zeer trots met de acht vormen van weelde [zoals ontleend aan de acht perfecties van de yoga, de siddhi's] en begon, met minachting, de grote persoonlijkheden te beledigen, zichzelf als de grootste beschouwend. (Vedabase)


Tekst 5

Aldus verblind door de macht besteeg hij, trots als een niet beheerste olifant, een wagen en trok hij rond, hemel en aarde schrik aanjagend.

Aldus, verblind door de macht, besteeg hij, trots en onbeheerst als een olifant, een wagen en reisde hij rond hemel en aarde schrik aanjagend. (Vedabase)

 

Tekst 6

Het de brahmanen niet toestaand dat er enig offer werd gebracht, aan liefdadigheid werd gedaan of dat er ook maar één grammetje boter in het vuur werd geofferd, maakte hij aldus met zijn paukengeroffel overal een einde aan de religieuze rituelen.

Niet toestaand dat er enig offer werd gebracht, aan liefdadigheid werd gedaan of dat er ook maar een grammetje boter in het vuur werd geofferd, o tweemaal geborene, stopte hij aldus, met zijn paukengeroffel overal, de rituelen der religie. (Vedabase)

 

Tekst 7

Toen de wijzen, die altijd de offers hadden uitgevoerd, zagen wat de grote schurk Vena deed, beschouwden ze dat als een bedreiging voor de gewone man en raakten ze uit mededogen in gesprek.

Al de wijzen, nadat ze getuige waren van al de handelingen van de grote schurk die Vena was, beschouwden het als gevaarlijk voor de mensen in het algemeen en kwamen er uit mededogen over te spreken daar zij het altijd geweest waren die de offers ten uitvoer brachten: (Vedabase)

 

Tekst 8

'Zoals een blok hout dat aan twee kanten in brand staat, verkeert de gewone man helaas van de beide zijden van zowel de koning als van de dieven en schurken in groot gevaar.

'Zoals een blok hout dat aan twee kanten in brand staat, verkeert de gewone man helaas van de beide zijden van zowel de koning als van de dieven en schurken in groot gevaar. (Vedabase)

 

Tekst 9

Omdat we bang waren zonder een koning te zitten werd Vena gekroond hoewel hij er niet voor geschikt was en nu dreigt er ook van zijn kant gevaar. Hoe kunnen de levende wezens nu gelukkig zijn?

Uit angst zonder een koning te zitten werd Vena, hoewel hij er niet voor geschikt was, gekroond en nu is er ook van hem het gevaar; hoe kunnen de gewone mensen dan gelukkig zijn? (Vedabase)

 

Tekst 10

Zoals een slang in leven gehouden met melk zelfs degene aanvalt die hem te eten geeft, heeft Vena, geboren uit de schoot van Sunîthâ, zich ontwikkeld tot een uiterst kwalijk karakter.

Zoals een slang in leven gehouden met melk zelfs hem aanvalt die hem in leven houdt, heeft Vena, geboren uit de schoot van Sunîthâ, zich ontwikkeld tot een uiterst kwalijk karakter. (Vedabase)

 

Tekst 11

Met hem aangesteld als koning lijdt het geen twijfel dat hij erop uit is de burgers schade te berokkenen, maar om te voorkomen dat wij voor de gevolgen van zijn zonden moeten boeten zullen we proberen hem tot vrede te bewegen.

Benoemd tot Koning lijdt het geen twijfel dat hij eropuit is de burgers schade te berokkenen, maar niettemin zullen we proberen hem tot vrede te bewegen, opdat we niet door de gevolgen van zijn zonden zullen worden aangetast. (Vedabase)

 

Tekst 12

Hoewel we ons bewust waren van Vena's ondeugd hebben we hem tot koning uitgeroepen. Als we hem met onze woorden niet tot vrede kunnen bewegen, zal hij worden veroordeeld door het volk vanwege zijn kwaadaardig handelen en moeten branden, even zo goed als hij ook zal moeten branden op basis van onze eigen heftige tegenstand.'

Bekend met Vena's ondeugd hebben we hem niettemin tot koning uitgeroepen; als wij hem met onze woorden niet tot vrede kunnen bewegen, zal hij, voor zijn onrechtgeaard handelen, door het publiek worden verdoemd te branden en zullen wij, naar ons eigen vermogen, ons best doen hem het vuur aan de schenen te leggen.' (Vedabase)

 

Tekst 13

Aldus besloten benaderden de wijzen Vena onder het verhullen van hun woede. Met vriendelijke woorden bewogen ze hem tot vrede en spraken ze met hem.'

Aldus besloten benaderden de wijzen Vena, hun woede verbergend en spraken ze tot hem na hem diplomatisch gunstig te hebben gestemd. (Vedabase)

 

Tekst 14

De wijzen zeiden: 'O beste van de edelen! Probeer alstublieft te begrijpen,, o Koning, wat we u gaan zeggen. Het zal uw levensduur verlengen, uw kracht vergroten en uw reputatie ten goede komen, o allerbeste.

De wijzen zeiden: 'O beste der edelen! Probeert u alstublieft dat te begrijpen wat we u nu gaan zeggen, o Koning, en dat uw levensduur zal verlengen, kracht zal vergroten en reputatie ten goede zal komen, o allerbeste. (Vedabase)

 

Tekst 15

Personen die,  in woord, gedachte, lichaam en intelligentie vrij van gehechtheid zijn en handelen in overeenstemming met de religieuze beginselen, zijn de werelden vergund die vrij zijn van ellende; ze zullen bevrijding en duurzaam geluk vinden.

Aan die personen, vrij van gehechtheid, die in woord, gedachte, lichaam en intelligentie handelen in overeenstemming met de religieuze beginselen, zullen de werelden zijn vergund die vrij zijn van ellende; zij zullen bevrijding en duurzaam geluk vinden. (Vedabase)

 

Tekst 16

Moge u dat niet verliezen, o held van de mensen, de koning die dat verliest wat de oorzaak van voorspoed is zal zijn overwicht verliezen.

Laat dat geestelijk leven niet door u gemist worden, o held der mensen; de koning die dat mist wat de oorzaak der voorspoed is, zal zijn positie verspelen. (Vedabase)

 

Tekst 17

O Koning, het adellijk bestuur dat de mensen beschermt tegen kwalijke regenten, dieven en schurken kan op grond daarvan belastingen innen en zowel deze wereld als de wereld erna genieten.

O Koning, het adellijk bestuur dat de mensen beschermt tegen doortrapte regenten, dieven en schurken kan op grond daarvan belastingen innen en zowel deze wereld als de wereld erna genieten. (Vedabase)

 

Tekst 18

Het is in die koninkrijken waar in de steden de Allerhoogste Heer, de genieter van alle offers wordt aanbeden, dat de mensen het varnâs'rama systeem [van roepingen en leeftijdsgroepen] volgen en handelen in overeenstemming met hun eigen aard.

Het is in die koninkrijken waarin in de steden voorzeker de Allerhoogste Heer, de genieter aller offers, wordt aanbeden, dat de mensen zullen handelen in overeenstemming met hun eigen beroep in navolging van het varnâs'rama systeem [van roepingen en leeftijdsgroepen]. (Vedabase)
 
Tekst 19

De Fortuinlijke, de oorspronkelijke oorzaak van de kosmische manifestatie, zal tevreden zijn met die koning, o nobele ziel, die in zijn machtspositie van de Ziel is die de hele wereld bij elkaar houdt.

De Fortuinlijke, de oorspronkelijke oorzaak van de kosmische manifestatie, zal tevreden zijn met die koning, o nobele ziel, die in zijn positie als heerser van de ziel is die de hele wereld bij elkaar houdt. (Vedabase)

 

Tekst 20

Als men Hem, de Heerser over Heersers, behaagt kan men het onmogelijke bereiken en daarom zetten de mensen zich overal, op alle mogelijke manieren, met het grootste genoegen in om, met de leiding van hun voorkeur [hun goden, beeltenissen en/of koningen], offers te brengen voor Hem. 

Met hem, de Heerser der Heersers, behaagd, kan men het onmogelijke bereiken; om die reden zijn de mensen overal met de beeltenissen van hun voorkeur naar hun volle vermogen met grote voldoening allen offers terwille van Hem aan het bereiden. (Vedabase)

 

Tekst 21

Het is Hij die met al de beeltenissen die men aanbidt de ontvanger is. Hij is de slotsom van de Veda's, de eigenaar van alle middelen van aanbidding en het doel van alle verzaking. Derhalve zou u, o Koning, ter wille van de meerdere eer en glorie van u en uw eigenbelang, uw landslieden moeten opdragen tot de dienst aan God over te gaan middels de verschillende vormen van offeren.

Het is Hij die met al de beeltenissen in de aanbidding de ontvanger is. Hij is de slotsom van de Veda's, de eigenaar van alle middelen van aanbidding, het doel van alle verzaking; derhalve zou u, o Koning, terwille van de meerdere eer en glorie van u zelve, uw landslieden moeten opdragen tot de dienst aan God over te gaan middels de verschillende vormen van offeren. (Vedabase)

 

Tekst 22

Als de brahmanen in het koninkrijk zich bezighouden met de eredienst, worden alle verlichte zielen die deel uitmaken van de Heer, naar behoren gerespecteerd en zullen zij, zeer tevreden, u van het verlangde resultaat verzekeren. O held, u moet ze niet minachten.'

Als de brahmanen in het koninkrijk overgaan tot de eredienst, zijn alle verlichte zielen die deel uitmaken van de Heer, naar behoren gerespecteerd en zullen zij, zeer tevreden, het verlangde resultaat verzekeren;, o held, u moet ze niet minachten.' (Vedabase)

 

Tekst 23

Vena gaf ten antwoord: 'O hoe kinderachtig bent u allen met het voor religieus houden van irreligieuze beginselen. In feite verzaakt u de vader die u voedt en gaat u vreemd met een andere liefde.

Vena gaf ten antwoord: 'O hoe kinderachtig bent u allen in werkelijkheid, met het voor religieus houden van irreligieuze beginselen; in feite verzaakt u allen de vader in aanbidding van een achterhaalde notie van hem. (Vedabase)

 

Tekst 24

Zij die onwetend zonder achting niet door hebben dat de Heer er is in de vorm van de koning, kunnen geen geluk vinden in deze wereld noch in het hiernamaals!

Zij die het onwetend ontbreekt aan respect zijn zich er niet van bewust dat de Heer er is in de vorm van de koning; ze kunnen geen geluk vinden in deze wereld noch na de dood! (Vedabase)

 

Tekst 25

Wat is nu de naam van die genieter van het offer op wie u uw zo grote toewijding richt? Net als een slechte vrouw met haar geheime minnaar schiet u tekort in uw genegenheid voor uw [koning, uw] echtgenoot!

Wat is de naam van die genieter van het offer op wie u uw zo grote toewijding richt? Net als een onkuise vrouw met haar geheime minnaar schiet u tekort in uw genegenheid voor uw echtgenoot! (Vedabase)

 

Tekst 26-27

De schepper, de handhaver, de vernietiger, de koning van de hemel, de god van de wind en de god van de dood; de god van de zon, de god van de regens, de god van de schatkist en de god van de maan; de god van de aarde, de god van het vuur en de god van de wateren; al dezen en ook andere machten in staat tot zegening en vervloeking houden zich op in het lichaam van de koning, de koning omvat al de goden.

De schepper, de handhaver, de vernietiger, de koning van de hemel, de god van de wind en de god van de dood; de god van de zon, de regens, de schatkist en de maan; de god van de aarde, het vuur en de wateren; al dezen en ook andere machten van zegen en vloek, houden zich op in het lichaam van de koning; de koning omvat al de goden. (Vedabase)

 

Tekst 28

Om die reden, mijn beste geleerden, behoort u mij te aanbidden in uw rituelen en niet jaloers te zijn. Zet al die middelen in ter wille van mij, er is niemand anders om te aanbidden als de hoogste genieter van het geofferde.'

Om die reden, mijn beste geleerden, behoort u mij te aanbidden in uw rituelen en niet jaloers te zijn; zet al die middelen in ter wille van mij, er is niemand anders als hoogste genieter van wat geofferd is.' (Vedabase)

 

Tekst 29

Maitreya zei: 'Met al het getoonde respect niet ingaand op het verzoek van de wijzen, raakte aldus hij verstoken van alle fortuin wiens intelligentie was bedorven en die zo heel zondig was afgedwaald van het rechte pad.

Maitreya zei: 'Met al het respect geboden niet ingaand op het verzoek van de wijzen, was aldus hij wiens intelligentie was bedorven en zo heel zondig was afgedwaald van het rechte pad, verstoken van alle fortuin. (Vedabase)

 

Tekst 30

En zo waren al de brahmanen beledigd door hem die zichzelf zo heel onderlegd achtte. Gefrustreerd in hun beleefde verzoek, o Vidura, werden ze zeer kwaad op hem:

Op die manier waren al de brahmanen beledigd door hem, die zich zelf zeer onderlegd achtte; gebroken in hun beleefde verzoek, o Vidura, werden ze zeer kwaad op hem: (Vedabase)

 

Tekst 31

'Breng hem ter dood, ter dood, deze koning, deze zondaar, deze verschrikkelijke kerel die de hele wereld spoedig in de as legt als we hem z'n gang laten gaan.

'Ter dood, ter dood, deze koning, deze zondaar, deze verschikkelijke kerel, die zeker de hele wereld spoedig in de as legt als we hem z'n gang laten gaan. (Vedabase)

 

Tekst 32

Deze man, zo vol van ondeugd, verdient de verheven troon niet als een god van de mensen. Schaamteloos beledigt hij Heer Vishnu, de meester van alle offers!

Deze man, zo vol van ondeugd, verdient nooit de verheven troon als de god der mensen; schaamteloos beledigt hij Heer Vishnu, de meester aller offers! (Vedabase)

 

Tekst 33

Wie anders dan die ongelukkige Vena zou nu zo godslasterlijk zijn over Hem door wiens genade men alle fortuin geniet?'

Wie ook anders dan Vena, geboren onder zo'n slecht gesternte, zou op die manier Hem belasteren, door wiens genade men alle fortuin geniet.' (Vedabase)

 

Tekst 34

Met dat besluit hem te doden toonden ze hun woede en hielpen ze met het geluid van hun afwijzing ['Hum' zeggend] Vena de wereld uit, [de koning] die ten onder ging door met de Onfeilbare te spotten.

Aldus besloten hem ter dood te brengen hielpen ze, met het tentoonspreiden van hun woede, met enkel hun woedende toon, Vena, die dood was in zijn belasteren van de Onfeilbare, de wereld uit. (Vedabase)

 

Tekst 35

Nadat de wijzen waren teruggekeerd naar hun hermitages, behield de treurende Sunîthâ het lichaam van haar zoon met behulp van het zingen van mantra's.

Nadat de wijzen waren teruggekeerd naar hun hermitages, behield Sunîthâ, in haar jammerklacht, het lichaam van haar zoon met behulp van het zingen van mantra's. (Vedabase)

 

Tekst 36

Eens, toen de wijzen een bad namen in het water van de Sarasvatî en offergaven brachten in het vuur, gingen ze zitten aan de oever van de rivier en begonnen ze de kwestie van de waarheid te bespreken.

Eens, toen de wijzen een bad namen in de wateren van de Sarasvatî met offergaven gebracht in het vuur, begonnen ze, zittend aan de oever van de rivier, de zaken aangaande de waarheid te bespreken. (Vedabase)

 

Tekst 37

Ze vertelden elkaar toen dat ze hadden gezien dat zich onregelmatigheden ontwikkelden waar de mensen bang van werden; zouden de burgers zonder een heerser niet te lijden hebben onder het ongeluk van een wereld vol van dieven en schurken?

Ze vertelden elkaar dat ze te dien tijde hadden waargenomen dat er zich verstoringen ontwikkelden die de mensen in angst verzetten; zouden ze niet, zonder een heerser, lijden onder het ongeluk van het hebben van een wereld vol van dieven en schurken? (Vedabase)

 

Tekst 38

En inderdaad, op het moment dat de wijzen dit in overweging namen kon men overal waar men keek de hemel verduisterd zien door stofwolken opgeworpen door het zich uit de voeten maken van plunderende criminelen.

Klaarblijkelijk, toen de wijzen dit in overweging namen, kon overal waar men keek, men de hemel verduisterd zien door stofwolken opgeworpen door het zich uit de voeten maken van criminelen bezig met plunderen. (Vedabase)

 

Tekst 39-40

Ze zagen toen hun fout in: de verstoringen waar de gewone man onder leed wiens rijkdom werd geplunderd, waren te wijten aan de dood van hun beschermer. Met het land vol dieven en moordenaars in wanorde zonder een koning, waren ze, ondanks hun kennis, niet in staat de boeven te onderwerpen.

Ze begrepen toen dat de verstoringen waar de gewone man onder te lijden had met het plunderen van hun rijkdom, te wijten was aan de dood van hem die hun beschermer was; en met het land vol dieven en moordenaars en het zonder een koning stellend, waren ze, ookal hadden ze al die misdaad heel goed in de gaten, niet in staat de boevenbende eronder te krijgen. (Vedabase)

  

Tekst 41

Een gelijkgezinde en vreedzame brahmaan die degenen die het moeilijk hebben veronachtzaamt, verliest zijn geestkracht, zoals ook een gebroken pot zijn water verliest.

Een brahmaan gelijkgezind en vreedzaam, die de armen schromelijk verwaarloosd, is zeker van de neergang van zijn geest, precies zoals het water van een gebroken pot. (Vedabase)

 

Tekst 42

De familielijn van de heilige koning Anga zou niet moeten worden gebroken, want het zaad van de koningen van deze familie was zo vruchtbaar dat ze de bescherming genoten van Kes'ava ['Hij met de mooie krullen'].

De familielijn van de heilige koning Anga zou niet moeten worden gebroken, want zondeloos zijnd had hun zaad het vermogen waarmee de koningen van deze familie de bescherming zouden genieten van Kes'ava [Hij met de mooie krullen]. (Vedabase)

 

Tekst 43

Aldus besloten de wijze mannen ertoe met veel kracht de dijen van de dode koning te karnen. Daarop kwam er een persoon genaamd Bâhuka [de dwerg] ter wereld.

Aldus besloten de wijze mannen met hun speciale macht de benen van de dode koning te karnen, waarop een persoon genaamd Bâhuka [de dwerg] werd geboren. (Vedabase)

 

Tekst 44

Hij was zo zwart als een kraai, in ieder opzicht zeer kort van stuk met zeer korte benen en armen, had grote kaken, een platte neus, rooddoorlopen ogen en haar zo rood als koper.

Hij was zo zwart als een kraai, in ieder opzicht zeer kort van stuk met zeer korte benen en armen, had grote kaken, een platte neus, rooddoorlopen ogen en haar zo rood als koper. (Vedabase)

 

Tekst 45

Onderworpen boog hij voor de wijzen en vroeg: 'Wat kan ik voor u betekenen?' 'Ga alstublieft zitten', gaven ze ten antwoord en zo, mijn beste, stond hij sedertdien bekend als Nishâda.

Onderworpen verboog hij zich toen voor de wijzen vragend: 'Wat kan ik voor u betekenen?'. 'Zet u slechts hier neer' gaven ze ten antwoord, en dus, mijn beste, stond hij sedertdien bekend als Nishâda. (Vedabase)

 

Tekst 46

Zijn nakomelingen werden daarop de Naishâda's genoemd. Ze bewoonden de heuvels en bossen omdat ze, geboren uit Vena, werden gevreesd vanwege al zijn zonden.'

Zijn nakomelingen werden toen de Naishâda's genoemd; ze bewoonden de heuvels en bossen, omdat, geboren uit Vena met Nishâda die al de zonden op zich nam, ze gevreesd waren. (Vedabase)

 

 
 

 


Creative Commons License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de

Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License
.

De afbeelding is getiteld:  'Good and Evil'
en werd geschilderd door William Blake. Bron;
William Blake Archive.
Productie: de Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd.



 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties