Hoofdstuk 1: Stamboom van de Dochters van Manu
(1) S'rî Maitreya zei: 'Svâyambhuva
Manu
verwekte bij zijn vrouw S'atarûpâ zowel [twee zoons als]
drie dochters genaamd Âkûti, Devahûti en
Prasûti, zoals u weet [zie 3.12: 56].

(54-55) De
halfgoden, Brahmâ en anderen droegen allen vol respect hun
gebeden op. Uit de hemelen
weerklonken
muziekinstrumenten, er werden bloemen uit de hemel gestrooid, de wijzen
hieven
tevreden Vedische hymnen aan, de
Gandharva's en Kinnara's begonnen te zingen, de hemelse maagden
dansten, en zo zag men alle goede voortekenen.

Hoofdstuk 2: Daksha
Vervloekt Heer S'iva

(2) Hoe kon hij hem nu haten die
de
geestelijk leraar is van de hele wereld en die,
van
binnenuit tevreden met een vredelievende
persoonlijkheid vrij van vijandschap, de grootste halfgod van het
universum is?

Hoofdstuk 3: Het Gesprek
tussen Heer S'iva en Satî
(16) De
grote
Heer zei: 'Wat je zei mijn liefste schoonheid, is helemaal waar;
men kan zelfs zonder te zijn uitgenodigd naar vrienden gaan, mits ze er
niet op uit
zijn je fouten aan te wrijven en, wat nog belangrijker is, als ze vrij
van woede zijn in hun trots over de materiële verworvenheden.

Hoofdstuk 4: Satî Verlaat Haar Lichaam
(24) Maitreya zei: 'Oh
annihilator
of
the enemy, speaking thus to Daksha in the
arena
of
sacrifice, she sat down in silence on the ground with her face to the
north. After touching water she, dressed in saffron garments, then
closed her eyes
to find absorption in the process of yoga.

Hoofdstuk 5: Het Verhinderen van Daksha's Offerplechtigheid

(1) Maitreya zei: 'Toen Heer S'iva van Nârada vernam over
de dood van Satî veroorzaakt door de schaamteloosheid die de
Prajâpati aan de dag legde en dat de soldaten van zijn
metgezellen verdreven waren door de Ribhu's die waren voortgekomen uit
Daksha's offervuur, werd hij ongekend kwaad.

Hoofdstuk 6: Brahmâ
stelt
Heer
S'iva
tevreden