regelbalk



 

Canto 3

Gaura Ârati

 

 

Hoofdstuk 30: Heer Kapila Beschrijft de Nadelige Gevolgen van Vruchtdragende Handelingen

(1) Kapila zei: 'Zoals een wolkenmassa geen weet heeft van de kracht van de wind, heeft ook een persoon geen weet van de kracht van deze tijdfactor, ook al wordt hij er door geconditioneerd. (2) Welke goederen men ook met moeite vergaarde voor zijn levensgeluk worden door de Opperheer [in de vorm van de Tijd] vernietigd en daarover treurt dan de persoon. (3) In zijn onwetendheid denkt hij dwaas dat het tijdelijke van zijn huis, zijn land en zijn weelde voor het heil van zijn lichaam, iets van blijvende waarde is. (4) Het levend wezen dat zijn bevrediging vindt in dit wereldse bestaan, zal ongeacht zijn verworven geboorte, ermee in overeenstemming verkeren. (5) Zelfs als iemand fysiek in de hel verkeert wenst hij, die in feite wordt misleid door het goddelijk begoochelend vermogen van de materie, het niet zijn helse genoegens op te geven. (6) Met zijn lichaam, huwelijkspartner, kinderen, thuis, dieren, weelde en vriendschappen diep geworteld in zijn hart, beschouwt hij zichzelf een groot succes. (7) Geplaagd door zorgen over het onderhouden van zijn dierbare familieleden, voelt hij zich nooit op z'n gemak en gedraagt hij zich met een slechte geest als een dwaas. (8) Met zijn hart en zinnen bekoord door een vrouw die hij privé treft en door het vertoon van de lieve woordjes van zijn kinderen, verkeert hij in de greep van de valsheid van de illusoire wereld [van het houden van tijdelijke zaken voor iets eeuwigs]. (9) Verwikkeld in de zogenaamde verplichtingen van zijn gezinsleven - die de oorzaak vormen van allerlei soorten van ellende -,  heeft hij het er druk mee deze misčre zorgvuldig te bestrijden en denkt hij dat hem dat als huishouder gelukkig zal maken. (10) Terwijl hij er zelf maar weinig van te eten krijgt, onderhoudt hij zijn familie met behulp van de weelde die hij links en rechts met veel geweld [en slachtoffers] vergaarde, en daar gaat hij dan zelf [uiteindelijk] onderdoor. (11) Als hij, ondanks herhaalde pogingen, mislukt in zijn beroepsmatige bezigheden, zal hij, gedreven door begeerte, [afgunstig] de weelde van anderen verlangen en aldus in moeilijkheden komen. (12) Niet langer in staat zijn gezin te onderhouden, verzucht de ongelukkige man, verstoken van schoonheid en weelde, dan met een verbijsterde geest vol van verdriet over alles wat hij tevergeefs probeerde.
 
(13) Er aldus niet toe in staat zijn vrouw enzovoorts te ondersteunen, geniet hij niet meer het respect dat hij voordien genoot, net zoals een oude os niet meer gerespecteerd wordt door zijn boer. (14) Ondanks dat hij wordt gevoed door hen die hij ooit zelf onderhield, ontwikkelt hij geen afkeer [van het gezinsleven] terwijl hij, krom groeiend van de ouderdom, thuis zijn dood afwacht. (15) Zich daar ophoudend eet hij, als een huishond, wat hem achteloos wordt voorgezet, krijgt hij last van zijn spijsvertering en eet en doet hij nog maar weinig. (16) Door de druk vanbinnenuit puilen zijn ogen uit, hoest hij hard vanwege zijn met slijm verstopte luchtpijp en haalt hij met moeite adem, alleen nog maar 'uche uche' zeggend. (17) Neerliggend temidden van zijn treurende vrienden en verwanten is hij, hoewel ertoe aangezet, met de strop van de tijd om zijn nek, niet in staat te reageren op wat hem gezegd wordt. (18) Aldus geeft hij, die in beslag werd genomen door het onderhouden van zijn gezin en zijn zinnen niet onder controle  had, in grote pijn de geest, met zijn verwanten in tranen. (19) Getuige van de komst van de boodschappers van de dood met hun verschrikkelijke ogen vol van wraak, laat hij, met de schrik om het hart, zijn ontlasting en urine lopen. (20) Gelijk de soldaten van de koning immobiliseren ze zijn lichaam door hem voor straf met touwen vast te binden, waarna ze hem als een misdadiger bij zijn nek met geweld over een grote afstand meeslepen.  (21) Innerlijk gebroken vanwege hun bedreigende aanwezigheid, staat hij verbouwereerd te trillen op zijn benen en wordt hij gebeten door honden terwijl hij zich, in zijn ontzetting, zijn zonden herinnert. (22) Geplaagd door honger, dorst en de straling van verschroeiende bosbranden en winden op hete en zanderige wegen, voelt hij hoe hij pijnlijk met een zweep op de rug wordt geslagen, terwijl hij, niet in staat zich te bewegen, geen toevlucht of water kan vinden. (23) Nu en dan valt hij, raakt hij vermoeid en verliest hij zijn bewustzijn, om dan weer wakker te schrikken op het pad van zijn ellende waar hij spoedig voor de eeuwige heerser van de dood wordt geleid [Yamarâja]. (24) In enkele ogenblikken ziet hij zijn hele leven aan zich voorbijtrekken [hij legt een afstand van 'negenennegentigduizend yojana's' af] en krijgt vervolgens de straf die hij verdient. (25) Met zijn ledematen bedolven onder brandhout wordt hij gecremeerd of ziet hij soms hoe hij zijn eigen vlees opeet of dat dat door andere schepselen wordt gedaan. (26) Hij is er dan getuige van hoe op zijn laatste rustplaats honden zijn ingewanden uit zijn lijf trekken en tot zijn afschuw slangen, schorpioenen en steekvliegen hem belagen. (27) Zijn ledematen worden de een na de ander van hem gescheiden door grote en kleine dieren die hem uiteenscheuren, van grote hoogten neerwerpen of hem onder water of in holen sleuren. (28) Vanwege de [ongereguleerde seksuele] omgang die men er op nahoudt moet men, of men nu een man of een vrouw is, daar de terugslag van ondergaan in de vorm van helse staten van woede, zelfvernietiging en begoocheling [tâmisra, andha-tâmisra en raurava en dergelijke, zie 5.26].

(29) Omdat men ook helse terugslagen kan waarnemen in deze wereld, o moeder, spreekt men hier van zowel de hemel als de hel. (30) Hij die aldus [in begeerte, gehechtheid en ontrouw] zorg droeg voor zijn gezin of enkel maar leefde voor zijn maag, zal met het achter zich laten van deze wereld in het leven hierna daarvan de gevolgen voor zichzelf en zijn familie onder ogen moeten zien. (31) Na het achterlaten van zijn huidige voertuig van de tijd zal hij moederziel alleen de duisternis ingaan en de prijs betalen voor het leed dat hij uit eigenbelang berokkende in zijn afgunst op het geluk van anderen. (32) Het is bij God beschikt dat een man die zijn gezin onderhield de helse terugslag moet ondergaan van zijn slinkse daden en moet lijden gelijk iemand die al zijn weelde is kwijtgeraakt. (33) Als een persoon in zijn ijver zijn gezin te onderhouden simpelweg goddeloos tewerk gaat, stevent hij af op de donkerste regionen van de zelfvernietiging [andha-tâmisra]. (34) Nadat hij, vanaf de laagste positie [van een dierlijk leven] voorafgaande aan een menselijke geboorte, in de juiste volgorde al de terugslagen en zo meer heeft ondergaan, mag hij gezuiverd hier weer terugkeren.'
    

next                       

 
Derde herziene editie, geladen 18 februari, 2024. 

   

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

Kapila zei: 'Zoals een wolkenmassa geen weet heeft van de kracht van de wind, heeft ook een persoon geen weet van de kracht van deze tijdfactor, ook al wordt hij er door geconditioneerd.
Kapila zei: 'Ondanks de grote kracht ervan zijn de mensen niet bekend met de tijdfactor en worden ze erdoor meegevoerd, precies zoals een wolkenmassa door de wind. (Vedabase)

 

Tekst 2

Welke goederen men ook met moeite vergaarde voor zijn levensgeluk worden door de Opperheer [in de vorm van de Tijd] vernietigd en daarover treurt dan de persoon.

Welke goederen men ook met moeite vergaarde voor zijn levensgeluk; het is precies dat wat door de Opperheer wordt vernietigd en daarover treurt de persoon. (Vedabase)

Tekst 3

In zijn onwetendheid denkt hij dwaas dat het tijdelijke van zijn huis, zijn land en zijn weelde voor het heil van zijn lichaam, iets van blijvende waarde is.

Uit onwetendheid denkt hij verdwaasd dat het tijdelijke van het hebben van een thuis, een land en weelde in relatie tot het lichaam, iets van blijvende waarde zou zijn. (Vedabase)


Tekst 4

Het levend wezen dat zijn bevrediging vindt in dit wereldse bestaan, zal ongeacht zijn verworven geboorte, ermee in overeenstemming verkeren.

Zeker vindt het levend wezen bevrediging in dat wereldse bestaan, niet afkerig zijnd van wat dan ook van de soort waartoe hij moge behoren. (Vedabase)

 

Tekst 5

Zelfs als iemand fysiek in de hel verkeert wenst hij, die in feite wordt misleid door het goddelijk begoochelend vermogen van de materie, het niet zijn helse genoegens op te geven.
Zelfs in de hel verkerend wenst een persoon, die in waarheid begoocheld is over de Godheid, het waarachtig niet om afscheid te nemen van zijn helse genoegens. (Vedabase)


Tekst 6

Met zijn lichaam, huwelijkspartner, kinderen, thuis, dieren, weelde en vriendschappen diep geworteld in zijn hart, beschouwt hij zichzelf  een groot succes.

Met dit lichaam, zijn vrouw, kinderen, thuis, dieren, weelde en vriendschappen diep geworteld in zijn hart, denkt hij van zichzelf groots gepresteerd te hebben. (Vedabase)

 

Tekst 7

Geplaagd door zorgen over het onderhouden van zijn dierbare familieleden, voelt hij zich nooit op z'n gemak en gedraagt hij zich met een slechte geest als een dwaas.

Brandend van de zorgen over het onderhouden van al het familiale hem zo dierbaar, verkeert hij voortdurend in zonde en gedraagt hij zich met een slechte geest als een dwaas. (Vedabase)

   

Tekst 8

Met zijn hart en zinnen bekoord door een vrouw die hij privé treft en door het vertoon van de lieve woordjes van zijn kinderen, verkeert hij in de greep van de valsheid van de illusoire wereld [van het houden van tijdelijke zaken voor iets eeuwigs].

Hij verkeert in de illusie door de charme van het valse van het naar zijn zinnen zetten van zijn hart met het vertoon in privé van de vrouw en de lieve woorden van zijn kinderen. (Vedabase)


Tekst 9

Verwikkeld in de zogenaamde verplichtingen van zijn gezinsleven - die de oorzaak vormen van allerlei soorten van ellende -,  heeft hij het er druk mee deze misčre zorgvuldig te bestrijden en denkt hij dat hem dat als huishouder gelukkig zal maken.

Betrokken bij de huishoudelijke verplichtingen van het gezinsleven, dat aanleiding geeft tot allerlei soorten van ellende, heeft hij het er druk mee deze misčre vol aandacht tegen te gaan en denkt hij dat dat hem als een huishouder gelukkig zal maken. (Vedabase)

 

Tekst 10

Terwijl hij er zelf maar weinig van te eten krijgt, onderhoudt hij zijn familie met behulp van de weelde die hij links en rechts met veel geweld [en slachtoffers] vergaarde, en daar gaat hij dan zelf [uiteindelijk] onderdoor.

Met behulp van de weelde links en rechts met geweld vergaard, onderhoudt hij hen en daarvan etend, van het voedsel dat ze voor hem hebben overgehouden, gaat hij zelf tenonder. (Vedabase)


Tekst 11

Als hij, ondanks herhaalde pogingen, mislukt in zijn beroepsmatige bezigheden, zal hij, gedreven door begeerte, [afgunstig] de weelde van anderen verlangen en aldus in moeilijkheden komen.

Als hij, keer op keer dat betrachtend, het er moeilijk mee heeft om zijn beroep uit te oefenen, raakt hij die verlangde naar het welzijn van anderen, overweldigd door de begeerte, zelf geruďneerd. (Vedabase)


Tekst 12

Niet langer in staat zijn gezin te onderhouden, verzucht de ongelukkige man, verstoken van schoonheid en weelde, dan met een verbijsterde geest vol van verdriet over alles wat hij tevergeefs probeerde. 

Niet in staat zijn gezin te onderhouden treurt, verstoken van het geluk, de onfortuinlijke ellendig met zijn inspanningen vergeefs en verzucht hij met een geest vol van verbijstering. (Vedabase)


Tekst 13

Er aldus niet toe in staat zijn vrouw enzovoorts te ondersteunen, geniet hij niet meer het respect dat hij voordien genoot, net zoals een oude os niet meer gerespecteerd wordt door zijn boer.

Er op die manier in mislukkend zijn vrouw enzovoorts te voeden, komt hij tot de ontdekking dat hij niet meer als weleer wordt gerespecteerd, zoals een oude os dat ervaart van zijn boer. (Vedabase)

 

Tekst 14

Ondanks dat hij wordt gevoed door hen die hij ooit zelf onderhield, ontwikkelt hij geen afkeer [van het gezinsleven] terwijl hij, krom groeiend van de ouderdom, thuis zijn dood afwacht.

Terwijl er bij hem geen enkele tegenzin groeit hoewel hij zelf wordt onderhouden door hen die hij ooit onderhield, blijft hij, krom groeiend van de ouderdom, thuis om daar de dood af te wachten. (Vedabase)

 

Tekst 15

Zich daar ophoudend eet hij, als een huishond, wat hem achteloos wordt voorgezet, krijgt hij last van zijn spijsvertering en eet en doet hij nog maar weinig.

Aldaar verblijft hij als een troeteldier etend van wat hem achteloos wordt voorgezet, krijgt hij last van zijn spijsvertering, eet hij nog maar weinig en doet hij ook niet veel meer. (Vedabase)

  

Tekst 16

Door de druk vanbinnenuit puilen zijn ogen uit, hoest hij hard vanwege zijn met slijm verstopte luchtpijp en haalt hij met moeite adem, alleen nog maar 'uche uche' zeggend.

Door de druk van binnenuit puilen zijn ogen uit, hoest hij hard vanwege zijn met slijm verstopte luchtpijp en haalt hij met moeite adem, alleen nog maar 'ucha ucha' zeggend. (Vedabase)

  

Tekst 17

Neerliggend temidden van zijn treurende vrienden en verwanten is hij, hoewel ertoe aangezet, met de strop van de tijd om zijn nek, niet in staat te reageren op wat hem gezegd wordt.

Neerliggend temidden van zijn treurende vrienden en verwanten is hij vertrokken, met de strop van de tijd om zijn nek, niet in staat tot spreken ookal is het er eigenlijk de tijd voor. (Vedabase)

 

Tekst 18

Aldus geeft hij, die in beslag werd genomen door het onderhouden van zijn gezin en zijn zinnen niet onder controle  had, in grote pijn de geest, met zijn verwanten in tranen.

Zodoende heeft hij, door te vergroven in het onderhouden van zijn gezin, zijn denken en zijn zinnen niet onder controle en sterft hij in grote pijn, terwijl zijn familie erover staat te huilen dat hij zijn greep verliest.  (Vedabase)

 

Tekst 19

Getuige van de komst van de boodschappers van de dood met hun verschrikkelijke ogen vol van wraak, laat hij, met de schrik om het hart, zijn ontlasting en urine lopen.

Getuige van de komst van de boodschappers van de dood met hun verschrikkelijke ogen vol van wraak laat hij, met de schrik om het hart, zijn ontlasting en urine lopen. (Vedabase)

 

Tekst 20

Gelijk de soldaten van de koning immobiliseren ze zijn lichaam door hem voor straf met touwen vast te binden, waarna ze hem als een misdadiger bij zijn nek met geweld over een grote afstand meeslepen.

Gelijk de soldaten van de koning leggen ze zijn lichaam lam als voor straf gebonden in touwen en verslepen ze hem met geweld als een misdadiger bij zijn nek over een grote afstand. (Vedabase)

 

Tekst 21

Innerlijk gebroken vanwege hun bedreigende aanwezigheid, staat hij verbouwereerd te trillen op zijn benen en wordt hij gebeten door honden terwijl hij zich, in zijn ontzetting, zijn zonden herinnert.

In zijn hart gebroken over hun bedreigende aanwezigheid, staat hij, overweldigd, te trillen op de weg, gebeten door de honden van het tot zijn ontzetting herinneren van zijn zonden. (Vedabase)

 

Tekst 22

Geplaagd door honger, dorst en de straling van verschroeiende bosbranden en winden op hete en zanderige wegen, voelt hij hoe hij pijnlijk met een zweep op de rug wordt geslagen, terwijl hij, niet in staat zich te bewegen, geen toevlucht of water kan vinden. 

Aangedaan door honger, dorst en de straling van verschroeiende bosbranden en winden op hete en zanderige wegen, voelt hij zich pijnlijk door een zweep op de rug geslagen, hoewel hij niet in staat is zich te bewegen en vindt hij geen toevlucht of water. (Vedabase)

 

Tekst 23

Nu en dan valt hij, raakt hij vermoeid en verliest hij zijn bewustzijn, om dan weer wakker te schrikken op het pad van zijn ellende waar hij spoedig voor de eeuwige heerser van de dood wordt geleid [Yamarâja].

Langzaamaan uitgeput rakend, verliest hij zijn bewustzijn, schrikt hij weer wakker op de weg van zijn zonden en wordt hij weldra voor de eeuwige heerser over de dood geleid. (Vedabase)

 

Tekst 24

In enkele ogenblikken ziet hij zijn hele leven aan zich voorbijtrekken [hij legt een afstand van 'negenennegentigduizend yojana's' af] en krijgt vervolgens de straf die hij verdient.

Binnen een uur of twee ŕ drie ziet hij zijn hele leven aan zich voorbij trekken [hij legt een afstand van 'negenennegentigduizend yojana's' af], de vergelding vindend die hij verdient. (Vedabase)

 

Tekst 25

Met zijn ledematen bedolven onder brandhout wordt hij gecremeerd of ziet hij soms hoe hij zijn eigen vlees opeet of dat dat door andere schepselen wordt gedaan.

Dan bedolven onder brandhout wordt hij gecremeerd en ziet hij soms hoe hij wordt opgegeten alsof hij dat zelf doet of anders ziet hij hoe andere schepselen dat doen. (Vedabase)

 

Tekst 26

Hij is er dan getuige van hoe op zijn laatste rustplaats honden zijn ingewanden uit zijn lijf trekken en tot zijn afschuw slangen, schorpioenen en steekvliegen hem belagen.

Hij er dan levendig getuige van hoe honden zijn ingewanden uit zijn lijf trekken op zijn laatste rustplaats alwaar slangen, schorpioenen en steekvliegen hem tot zijn afgrijzen belagen. (Vedabase)

 

Tekst 27

Zijn ledematen worden de een na de ander van hem gescheiden door grote en kleine dieren die hem uiteenscheuren, van grote hoogten neerwerpen of hem onder water of in holen sleuren.

De een na de ander ziet hij zich van zijn ledematen gescheiden door grote en kleine dieren die hem uiteenscheuren, hem van grote hoogten neerwerpen of hem onder water of in holen sleuren. (Vedabase)

 

Tekst 28

Vanwege de [ongereguleerde seksuele] omgang die men er op nahoudt moet men, of men nu een man of een vrouw is, daar de terugslag van ondergaan in de vorm van helse staten van woede, zelfvernietiging en begoocheling  [tâmisra, andha-tâmisra en raurava en dergelijke, zie 5.26].

De man of vrouw die werd bewogen door een losse omgang [illegitieme sex] ondergaat de vergelding in helse staten van woede, zelfvernietiging en begoocheling [tâmisra, andha tâmisra en raurava en dergelijke, zie 5.26]. (Vedabase)

 

Tekst 29

Omdat men ook helse terugslagen kan waarnemen in deze wereld, o moeder, spreekt men hier van zowel de hemel als de hel.

O moeder, omdat de keerzijde die de hel vormt in deze wereld voorzeker kan worden waargenomen, zegt men dat men hier zowel de hel als de hemel kan vinden. (Vedabase)

Tekst 30

Hij die aldus [in begeerte, gehechtheid en ontrouw] zorg droeg voor zijn gezin of enkel maar leefde voor zijn maag, zal met het achter zich laten van deze wereld in het leven hierna daarvan de gevolgen voor zichzelf en zijn familie onder ogen moeten zien.

Hij die in het verloop van het onderhouden van zijn gezin enkel leefde voor zijn maag, zal, van hier vertrekkend, na de dood zichzelf zowel als zijn familie de gevolgen daarvan zien ondergaan. (Vedabase)

 

Tekst 31

Na het achterlaten van zijn huidige voertuig van de tijd zal hij moederziel alleen de duisternis ingaan en de prijs betalen voor het leed dat hij uit eigenbelang berokkende in zijn afgunst op het geluk van anderen.

Moederziel alleen zal hij de duisternis binnengaan na het achterlaten van dit voertuig van de tijd, de prijs betalend voor het leed dat hij anderen heeft berokkend in het onderhouden van zichzelf. (Vedabase)

 

Tekst 32

Het is bij God beschikt dat een man die zijn gezin onderhield de helse terugslag moet ondergaan van zijn slinkse daden en moet lijden gelijk iemand die al zijn weelde is kwijtgeraakt.

Door goddelijke voorbeschikking heeft de man die een gezin onderhoudt, net als iemand die al zijn fortuin heeft verloren, de helse conditie te ondergaan die hij verwerft als reactie op zijn slinkse daden. (Vedabase)

 

Tekst 33

Als een persoon in zijn ijver zijn gezin te onderhouden simpelweg goddeloos tewerk gaat, stevent hij af op de donkerste regionen van de zelfvernietiging.
Een persoon, volijverig in het onderhouden van zijn gezin, die dat doet door simpelweg goddeloos tewerk te gaan, gaat aldus naar de donkerste regionen van de zelfvernietiging. (Vedabase)

 

Tekst 34

Nadat hij, vanaf de laagste positie [van een dierlijk leven] voorafgaande aan een menselijke geboorte, in de juiste volgorde al de terugslagen en zo meer heeft ondergaan, mag hij gezuiverd hier weer terugkeren.'

Na vanaf de laagste positie in de juiste volgorde de vergelding en dergelijke te hebben doorlopen, mag hij, gezuiverd, opnieuw naar de wereld der mensen op deze planeet terugkeren.' (Vedabase)

 

 


 

 

 

 

 

 Creative Commons
              License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de
Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
De afbeelding is getiteld: "Death of the Strong Wicked Man".
Het is een illustratie voor Robert Bair's 'The Grave', object 8, door
William Blake. Bron.
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd


 

 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties