regelbalk




 

Canto 2

Govinda jaya jaya

 

 

Hoofdstuk 4: Het Proces van de Schepping

(1) Sûta zei: "Nadat hij zich realiseerde wat S'ukadeva Gosvâmî aldus zei over het zich verwittigen van de werkelijkheid van de ziel, concentreerde de kuise zoon van Uttarâ [Parîkchit] zich op Krishna. (2) Hij [aldus mediterend] gaf [voor een ogenblik innerlijk] zijn diep gewortelde en constante zelfzucht op die samenhing met zijn lichaam, zijn echtgenote, zijn zoon, zijn schatkist en al zijn verwanten en vrienden in zijn onbetwiste koninkrijk. (3-4) Uit volle overtuiging deed de grote ziel op precies dezelfde manier hierover navraag zoals u me het nu vraagt, o grote wijzen. Op de hoogte gesteld van zijn dood verzaakte hij zijn materiële bedoelingen wat betreft de drie principes [- van de burgerdeugd: de regulatie van  religieuze handelingen, economische belangen en zinsbevrediging] en alles wat erbij hoort en raakte aldus stevig verankerd in zijn liefde voor de Allerhoogste Heer Vâsudeva. (5) De koning zei: 'Wat u zei is volkomen waar, o brahmaan, vrij van smetten bezit u al de kennis en verdrijft u het duister van de onwetendheid door verhalen over de Heer te vertellen. (6) Graag zou ik nogmaals vernemen over de Opperheer. Hoe creëert Hij middels Zijn persoonlijke energieën deze zichtbare wereld van het universum die zo ondoorgrondelijk is voor zelfs de meesters van de meditatie? (7) En alstublieft vertel me tevens over de manier waarop de machtige tot Zijn energieën komt, ze handhaaft en ze weer terugtrekt. Hoe gaat de almachtige Hoogste Persoonlijkheid te werk met Zijn expansies, hoe is Hij er zelf bij betrokken, wat doet Hij dan en waar zet Hij toe aan [zie ook 1.3]? (8) Zelfs de geleerden, beste brahmaan, schieten, ondanks dat ze zich voor Hem inzetten, tekort in het verklaren van de wonderbaarlijke, ondoorgrondelijke handelingen van de Allerhoogste Heer. (9) Hoe kan Hij, die één is maar verschillende gedaanten aanneemt, tegelijkertijd Zijn verschillende natuurlijke kwaliteiten in de materiële natuur aannemen en activiteiten aan de dag leggen in verschillende opeenvolgende persoonlijke verschijningen? (10) Alstublieft verschaf opheldering over al deze door mij gestelde vragen. U die zowel van de mondelinge traditie met de Vedische geschriften bent als volledig zelfverwerkelijkt in bovenzinnelijkheid, bent immers zo goed als de Opperheer Zelf.' "

(11) Sûta zei: "Na er aldus door de koning toe zijn verzocht om de bovenzinnelijke eigenschappen van Heer Hrishîkes'a [Krishna als de meester van de zinnen] te beschrijven, dacht S'uka een tijdje na en begon toen te antwoorden.

(12) S'rî S'uka zei: 'Mijn eerbetuigingen voor de Allerhoogste Persoonlijkheid, die voor zowel de handhaving als voor het terugtrekken van het volkomen geheel van de materiële schepping, middels Zijn spel en vermaak de macht van de drie geaardheden aannam terwijl Hij Zich binnen in alle lichamen ophoudt als de Ene wiens wegen ondoorgrondelijk zijn. (13) Nogmaals mijn eerbetuigingen voor Hem die de waarachtigen bevrijdt van de ellende van de controverses van hen die het onware aanhangen, mijn respect voor Hem die de vorm van de zuivere goedheid is en alles toekent waar zij naar zoeken die de status bekleden van het hoogste stadium van geestelijke perfectie [de paramahamsa's]. (14) Laat me mijn eerbetuigingen brengen voor die grootste van alle toegewijden die, zich verre houdend van werelds gekonkel, de niet-toegewijden verslaat. Ik verbuig me voor Hem die net zo groot is in het genieten van de weelde als in het genieten van Zijn verblijf in de geestelijke hemel. (15) Voor Hem van wie de verheerlijking, de heugenis, het aanschouwen, de gebeden, het luisteren en het eerbetoon alle mensen terstond van de gevolgen van hun zonde bevrijdt, voor Hem over wie men zegt dat Hij ten gunste werkt in alle opzichten, breng ik telkens weer de eerbetuigingen die ik Hem schuldig ben. (16) Zij die helder van geest zich overgeven aan Zijn lotusvoeten, geven alle gehechtheid aan een huidig of toekomstig [materieel] bestaan op en realiseren moeiteloos de vooruitgang van hun hart en ziel naar een spiritueel bestaan. Die vermaarde en in ieder opzicht gunstige persoonlijkheid breng ik telkens weer mijn eerbetuigingen. (17) Grote wijzen, helden van liefdadigheid, zich onderscheidende personen, denkers, mantrazangers [en reciteerders] en strikte volgelingen kunnen nooit tot tastbare resultaten komen als ze Hem niet toegewijd zijn. Hem over wie te vernemen zo iets gunstigs is breng ik telkens weer mijn eerbetuigingen. (18) De volkeren van Oud-Bharata [India], Europa, het zuiden van India, Griekenland, Pulkas'a [een provincie], Âbhîra [deel van oud Sind], S'umbha [een andere provincie], Turkije, Mongolië en ook vele anderen verstrikt in zonde, raken terstond gezuiverd als ze hun toevlucht nemen tot Zijn toegewijden. Hem, de machtige Heer Vishnu, bied ik mijn respectvolle eerbetuigingen. (19) Hij is de Superziel en Heer van de zelfverwerkelijkte zielen, de verpersoonlijking van de Veda's, de religieuze literatuur en de versobering. Moge die Allerhoogste Heer die de achting geniet van hen die boven alle pretenties verheven zijn - de Ongeboren Ene [Heer Brahmâ], Heer S'iva en anderen - mij gunstig gezind zijn. (20) Moge Hij, de Allerhoogste Heer en meester van de toegewijden die de eigenaar is van alle weelde, de leider van alle offerandes, de aanvoerder van alle levende wezens, de meester van de intelligenten, de heerser over alle werelden, de hoogste instantie van de planeet aarde en de nummer één en bestemming van de [Yadu]koningen van de Sâtvata's, de Andhaka's en de Vrishni's, mij genadig zijn. (21) Men beweert dat, met achting voor de autoriteiten,  door steeds te denken aan Zijn lotusvoeten, men in die trance zuivering zal vinden en tot kennis zal komen van de uiteindelijke werkelijkheid van de ziel. O Mukunda, mijn Opperheer die de geleerden ertoe aanzet Hem naar eigen inzicht te beschrijven, moge Uw genade altijd met me zijn. (22) Bij de aanvang van de schepping werd Sarasvatî, de godin van het leren die uit Brahmâ's mond leek te zijn voortgebracht, door Hem geïnspireerd om hem, het eerste geschapen wezen, te sterken in het hart ter wille van de juiste heugenis van Hemzelf. Moge Hij, de Leraar van alle Leraren, tevreden over mij zijn. (23) Hij, de Almachtige, die ten grondslag ligt aan de materiële schepping en haar wezens tot leven wekt die zijn samengesteld uit de stoffelijke elementen, onderwerpt als de Purusha [de oorspronkelijke persoon] allen aan de geaardheden van de natuur met haar zestien onderdelen [van bewustzijn, de vijf elementen van aarde, water, lucht, vuur en ether, de vijf organen van handelen en de vijf zintuigen]. Moge die Allerhoogste Heer mijn uitlatingen charme verlenen. (24) Mijn eerbetuigingen voor hem, de grote expansie van Vâsudeva [Vyâsadeva] die de Vedische literatuur samenstelde en uit wiens lotusmond zijn aanhangers de nectar van deze kennis dronken. (25) Het eerste levende wezen [Brahmâ], mijn beste koning, gaf daartoe verzocht door Nârada, vanbinnenuit de Vedische kennis exact door zoals die was uitgesproken door de Heer in het hart.' "


Lees de inspiratie bij dit hoofdstuk door Anand Aadhar.

 

next                                

 
Derde herziene editie, geladen 28 mei 2023.

 

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links:  

Tekst 1

Sûta zei: "Nadat hij zich realiseerde wat S'ukadeva Gosvâmî aldus zei over het zich verwittigen van de werkelijkheid van de ziel, concentreerde de kuise zoon van Uttarâ [Parîkchit] zich op Krishna.
Sûta zei: "Meteen nadat hij zich realiseerde wat S'ukadeva Gosvâmî aldus zei over het zich verwittigen van de werkelijkheid van de ziel, concentreerde de kuise zoon van Uttarâ [Parîkchit] zich op Heer Krishna. (Vedabase)

 

Tekst 2

Hij [aldus mediterend] gaf [voor een ogenblik innerlijk] zijn diep gewortelde en constante zelfzucht op die samenhing met zijn lichaam, zijn echtgenote, zijn zoon, zijn schatkist en al zijn verwanten en vrienden in zijn onbetwiste koninkrijk.

Teneinde niet voortdurend gestoord te worden, gaf hij zijn diep gewortelde affiniteit met zijn lichaam, zijn echtgenote, zijn zoon, zijn schatkist, en al zijn verwanten en vrienden in het koninkrijk op. (Vedabase)

 

Tekst 3-4

Uit volle overtuiging deed de grote ziel op precies dezelfde manier hierover navraag zoals u me het nu vraagt, o grote wijzen. Op de hoogte gesteld van zijn dood verzaakte hij zijn materiële bedoelingen wat betreft de drie principes [- van de burgerdeugd: de regulatie van  religieuze handelingen, economische belangen en zinsbevrediging] en alles wat erbij hoort en raakte aldus stevig verankerd in zijn liefde voor de Allerhoogste Heer Vâsudeva.

Uit volle overtuiging deed de grote ziel op precies dezelfde manier hierover navraag zoals u me dat vraagt, o grote wijzen. Op de hoogte gesteld van zijn dood verzaakte hij zijn vruchtdragende activiteiten overeenkomstig de drie principes [- van zelfrealisatie: het verzaken van religieuze handelingen, economische ontwikkeling en zinsbevrediging] en alles wat erbij hoort en aldus hecht verankerd bereikte hij de aantrekking van de liefde voor de Allerhoogste Heer Vâsudeva. (Vedabase)

 

Tekst 5

De koning zei: 'Wat u zei is volkomen waar, o brahmaan, vrij van smetten bezit u al de kennis en verdrijft u het duister van de onwetendheid door verhalen over de Heer te vertellen.

De koning zei: 'Wat u zei is volkomen waar, o hoog geleerde; u die zonder besmettingen bent weet het allemaal en zorgt ervoor dat het duister van de onwetendheid geleidelijk aan verdwijnt terwijl u spreekt over de onderwerpen die de Heer betreffen. (Vedabase)

 

Tekst 6

Graag zou ik nogmaals vernemen over de Opperheer. Hoe creëert Hij middels Zijn persoonlijke energieën deze zichtbare wereld van het universum die zo ondoorgrondelijk is voor zelfs de meesters van de meditatie?

Verder, zou ik graag vernemen over hoe de Opperheer middels Zijn persoonlijke energieën deze zichtbare wereld van het universum creëert die zo ondoorgrondelijk is voor zelfs de meesters der meditatie. (Vedabase)

 

Tekst 7

En alstublieft vertel me tevens over de manier waarop de machtige tot Zijn energieën komt, ze handhaaft en ze weer terugtrekt. Hoe gaat de almachtige Hoogste Persoonlijkheid te werk met Zijn expansies, hoe is Hij er zelf bij betrokken, wat doet Hij dan en waar zet Hij toe aan [zie ook 1.3]?

En alstublieft vertel me tevens over de manier waarop de machtige Zijn energieën handhaaft en ze weer terugneemt, als de almachtige Hoogste Persoonlijkheid komend tot Zijn expansies, ze erbij betrekkend alsook er zelf bij betrokken zijnd, ze opvoerend alsook ze aanzettend tot handelen [zie ook canto1, Hoofdstuk 3]. (Vedabase)

  

Tekst 8

Zelfs de geleerden, beste brahmaan, schieten, ondanks dat ze zich voor Hem inzetten, tekort in het verklaren van de wonderbaarlijke, ondoorgrondelijke handelingen van de Allerhoogste Heer.

Zelfs de hoog ontwikkelden schieten, ondanks hun pogen voor Hem, tekort beste brahmaan, in het verklaren van de wonderbaarlijke, ondoorgrondelijke handelingen van de Allerhoogste Heer. (Vedabase)

 

Tekst 9

Hoe kan Hij, die één is maar verschillende gedaanten aanneemt, tegelijkertijd Zijn verschillende natuurlijke kwaliteiten in de materiële natuur aannemen en activiteiten aan de dag leggen in verschillende opeenvolgende persoonlijke verschijningen?

Alhoewel Hij handelt door Zijn verschillende incarnaties is Hij de Ene en Allerhoogste, of Hij nu handelt als de geaardheden, gelijktijdig in de materiële energie aanwezig is, danwel zich opeenvolgend manifesteert in vele gedaanten.  (Vedabase)


Tekst 10

Alstublieft verschaf opheldering over al deze door mij gestelde vragen. U die zowel van de mondelinge traditie met de Vedische geschriften bent als volledig zelfverwerkelijkt in bovenzinnelijkheid, bent immers zo goed als de Opperheer Zelf.' "

Alstublieft verschaf opheldering over al deze door mij gestelde vragen aangezien u, zo goed zijnde als de Opperheer Zelve, zowel van de mondelinge traditie met de vedische geschriften bent als volledig zelfverwerkelijkt in bovenzinnelijkheid'." (Vedabase)

 

Tekst 11

Sûta zei: "Na er aldus door de koning toe zijn verzocht om de bovenzinnelijke eigenschappen van Heer Hrishîkes'a [Krishna als de meester van de zinnen] te beschrijven, dacht S'uka een tijdje na en begon toen te antwoorden.

Sûta zei: "Na aldus ertoe te zijn verzocht door de koning om de bovenzinnelijke eigenschappen van Heer Hrishîkes'a [Krishna als de meester der zinnen] te beschrijven zette S'uka, teneinde naar behoren antwoord te geven, zich ertoe methodisch te werk te gaan. (Vedabase)

 

Tekst 12

S'rî S'uka zei: 'Mijn eerbetuigingen voor de Allerhoogste Persoonlijkheid, die voor zowel de handhaving als voor het terugtrekken van het volkomen geheel van de materiële schepping, middels Zijn spel en vermaak de macht van de drie geaardheden aannam terwijl Hij Zich binnen in alle lichamen ophoudt als de Ene wiens wegen ondoorgrondelijk zijn.

S'rî S'uka zei: 'Mijn eerbetuigingen aan de Allerhoogste Persoonlijkheid van God, die voor zowel de handhaving als voor het terugnemen van het volkomen geheel van de materiële schepping, middels Zijn spel en vermaak de macht van de drie geaardheden aannam terwijl Hij innerlijk verblijft als de Ene wiens wegen ondoorgrondelijk zijn. (Vedabase)

 

Tekst 13

Nogmaals mijn eerbetuigingen voor Hem die de waarachtigen bevrijdt van de ellende van de controverses van hen die het onware aanhangen, mijn respect voor Hem die de vorm van de zuivere goedheid is en alles toekent waar zij naar zoeken die de status bekleden van het hoogste stadium van geestelijke perfectie [de paramahamsa's].

Nogmaals mijn eerbetuigingen aan Hem die de waarachtigen bevrijdt van de ellende van de controverses van hen die van onwaarheid zijn en andermaal mijn respect voor Hem die de vorm van de zuivere goedheid is en alles toekent wat wordt gezocht door hen die zich bevinden in de status van het hoogste stadium van geestelijke volmaaktheid [de paramahamsa's]. (Vedabase)

 

Tekst 14

Laat me mijn eerbetuigingen brengen voor die grootste van alle toegewijden die, zich verre houdend van werelds gekonkel, de niet-toegewijden verslaat. Ik verbuig me voor Hem die net zo groot is in het genieten van de weelde als in het genieten van Zijn verblijf in de geestelijke hemel.

Laat me mijn eerbetuigingen brengen aan die grootse kameraad van de Yadu-dynastie die, zich verre houdend van werelds gekonkel, de niet-toegewijden overwint. Ik buig me neer voor Hem die van dezelfde grootheid is in het genieten van de weelde als in het genieten van Zijn eigen verblijf in de geestelijke hemel. (Vedabase)

 

Tekst 15

Voor Hem van wie de verheerlijking, de heugenis, het aanschouwen, de gebeden, het luisteren en het eerbetoon alle mensen terstond van de gevolgen van hun zonde bevrijdt, voor Hem over wie men zegt dat Hij ten gunste werkt in alle opzichten, breng ik telkens weer de eerbetuigingen die ik Hem schuldig ben.

Van Hem wiens verheerlijking, heugenis, aanschouwen, gebeden, luisteren en eerbetoon terstond alle mensen van de gevolgen van zonde bevrijd; Hem waarover men verneemt dat Hij in alle opzichten begunstigt, breng ik telkens weer mijn verschuldigde eerbetuigingen. (Vedabase)

 

Tekst 16

Zij die helder van geest zich overgeven aan Zijn lotusvoeten, geven alle gehechtheid aan een huidig of toekomstig [materieel] bestaan op en realiseren moeiteloos de vooruitgang van hun hart en ziel naar een spiritueel bestaan. Die vermaarde en in ieder opzicht gunstige persoonlijkheid breng ik telkens weer mijn eerbetuigingen.

Zij helder van geest die door eenvoudigweg zich aan de lotusvoeten te wijden alle gehechtheden aan een huidig of toekomstig bestaan volledig opgeven, realiseren voorzeker zonder moeilijkheden de vooruitgang van het hart en de ziel naar het spirituele bestaan; die vermaarde, alles-begunstigende Ene breng ik keer op keer mijn eerbetuigingen. (Vedabase)

 

Tekst 17

Grote wijzen, helden van liefdadigheid, zich onderscheidende personen, denkers, mantrazangers [en reciteerders] en strikte volgelingen kunnen nooit tot tastbare resultaten komen als ze Hem niet toegewijd zijn. Hem over wie te vernemen zo iets gunstigs is breng ik telkens weer mijn eerbetuigingen.

De grote wijzen, de grote helden der liefdadigheid, de meest onderscheidenen, de grootste denkers, de grote mantra-chanters [reciteerders/zangers] en de strikte volgelingen zullen nooit tot tastbare resultaten komen zonder Hem toegewijd te zijn; Hem zo gunstig om over te vernemen breng ik telkens weer mijn eerbetuigingen. (Vedabase)

 

Tekst 18

De volkeren van Oud-Bharata [India], Europa, het zuiden van India, Griekenland, Pulkas'a [een provincie], Âbhîra [deel van oud Sind], S'umbha [een andere provincie], Turkije, Mongolië en ook vele anderen verstrikt in zonde, raken terstond gezuiverd als ze hun toevlucht nemen tot Zijn toegewijden. Hem, de machtige Heer Vishnu, bied ik mijn respectvolle eerbetuigingen.

De volkeren van Oud-Bharata [India], Europa, het zuiden van India, Griekenland, Pulkas'a [een provincie], Âbhîra [deel van oud Sind], S'umbha [een andere provincie], Turkije, Mongolië en nog anderen die ook aan de zonde verslaafd zijn en hun toevlucht tot de Heer Zijn toegewijden zoeken, raken meteen gezuiverd; jegens Hem, de machtige Heer Vishnu, mijn respectvolle eerbetuigingen. (Vedabase)

 

Tekst 19

Hij is de Superziel en Heer van de zelfverwerkelijkte zielen, de verpersoonlijking van de Veda's, de religieuze literatuur en de versobering. Moge die Allerhoogste Heer die de achting geniet van hen die boven alle pretenties verheven zijn - de Ongeboren Ene [Heer Brahmâ], Heer S'iva en anderen - mij gunstig gezind zijn.

Hij is de ziel en Heer van de zelfverwerkelijkten; de verpersoonlijking van de Veda's, de religieuze literatuur en de versobering; degene die door de Ongeboren Ene [Brahmâ], Heer S'iva en hen die boven alle pretenties staan in achting wordt gehouden; o Allerhoogste Heer, moge Uw welwillendheid altijd met me zijn. (Vedabase)

 

Tekst 20

Moge Hij, de Allerhoogste Heer en meester van de toegewijden die de eigenaar is van alle weelde, de leider van alle offerandes, de aanvoerder van alle levende wezens, de meester van de intelligenten, de heerser over alle werelden, de hoogste instantie van de planeet aarde en de nummer één en bestemming van de [Yadu]koningen van de Sâtvata's, de Andhaka's en de Vrishni's, mij genadig zijn.

Van alle weelde de eigenaar, de leider van alle offerandes, de aanvoerder van alle levende wezens, de meester der intelligenten, de heerser over alle werelden, de hoogste instantie van de planeet aarde als ook als de eerste onder hen de bestemming van de koningen van de Yadu-dynastie;, o Allerhoogste Heer, meester van de toegewijden, wees me genadig. (Vedabase)

 

Tekst 21

Men beweert dat, met achting voor de autoriteiten, door steeds te denken aan Zijn lotusvoeten, men in die trance zuivering zal vinden en tot kennis zal komen van de uiteindelijke werkelijkheid van de ziel. O Mukunda, mijn Opperheer die de geleerden ertoe aanzet Hem naar eigen inzicht te beschrijven, moge Uw genade altijd met me zijn.

Het wordt gezegd dat het denken aan Zijn lotusvoeten, er op ieder ogenblik in verzonken zijnd, de autoriteiten volgend, zuiverend de pure kennis geeft van de uiteindelijke werkelijkheid van de ziel en ook dat het de geleerden er toe aanzet over Hem te schrijven naar hun voorkeur;, o Mukunda, mijn Opperheer, moge Uw genade altijd met me zijn. (Vedabase)

 

Tekst 22

Bij de aanvang van de schepping werd Sarasvatî, de godin van het leren die uit Brahmâ's mond leek te zijn voortgebracht, door Hem geïnspireerd om hem, het eerste geschapen wezen, te sterken in het hart ter wille van de juiste heugenis van Hemzelf. Moge Hij, de Leraar van alle Leraren, tevreden over mij zijn.

Moge Hij die de Godin van het Leren van het begin af aan inspireerde en de eerste van de Schepping bekrachtigde [Heer Brahmâ] met heugenis in het hart omtrent zijn eigen natuur, terwijl Hij zelf scheen te zijn geschapen uit zijn mond - moge Hij, de Leraar der Leraren, tevreden over mij zijn. (Vedabase)

 

Tekst 23

Hij, de Almachtige, die ten grondslag ligt aan de materiële schepping en haar wezens tot leven wekt die zijn samengesteld uit de stoffelijke elementen, onderwerpt als de Purusha [de oorspronkelijke persoon] allen aan de geaardheden van de natuur met haar zestien onderdelen [van bewustzijn, de vijf elementen van aarde, water, lucht, vuur en ether, de vijf organen van handelen en de vijf zintuigen]. Moge die Allerhoogste Heer mijn uitlatingen charme verlenen.

Hij die neerligt in de materiële schepping en al deze lichamen gemaakt van de stoffelijke elementen tot leven wekt terwijl Hij als de purusha [de oorspronkelijke persoon] er de oorzaak van is dat allen onderworpen zijn aan de geaardheden der natuur met haar zestien onderdelen [bewustzijn, en de vijf elementen van aarde, water, lucht, vuur en ether en de vijf organen van aktie en de vijf zintuigen]; moge die Allerhoogste Heer de illustratie zijn van mijn uitlatingen. (Vedabase)

 

Tekst 24

Mijn eerbetuigingen voor hem, de grote expansie van Vâsudeva [Vyâsadeva] die de Vedische literatuur samenstelde en uit wiens lotusmond zijn aanhangers de nectar van deze kennis dronken.

Mijn eerbetuigingen aan Hem, de grote heer van Vâsudeva [Vyâsadeva in den vleze], de vergaarder van de vedische literatuur, van wiens lotusmond zijn aanhangers de nectar van deze kennis dronken. (Vedabase)

 

Tekst 25

Het eerste levende wezen [Brahmâ], mijn beste koning, gaf daartoe verzocht door Nârada, vanbinnenuit de Vedische kennis exact door zoals die was uitgesproken door de Heer in het hart.' "

De eerste [Vyâsadeva; Brahmâ], mijn beste koning, gaf daartoe verzocht door Nârada, van binnen uit, de vedische kennis exact door zoals die was uitgesproken door de Heer in het hart'." (Vedabase)

 

 

 

 

 

 

 

 

Creative Commons
                License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de

Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License
.

Het schilderij is getiteld 'Keshava' en is © van
Johannes Ptok.
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd



 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties