regelbalk



 

Canto 1
S'rî S'rî Gurv-ashthaka
 

Hoofdstuk 5: Nârada's Instructies over het S'rîmad Bhâgavatam aan Vyâsadeva

(1) Sûta zei: "Toen hij comfortabel naast hem zat, richtte de alom bekende rishi van God met de vînâ in zijn handen, zich met een flauwe glimlach tot de geleerde wijze. (2) Hij zei: 'O hoogst fortuinlijke zoon van Parâs'ara, is het zo dat u de bevrediging van uw ziel vindt door uzelf te identificeren met uw lichaam en uw geest? (3) U deed uitvoerig onderzoek en goed thuis zijnde in de materie, hebt u de grote en wonderbaarlijke Mahâbhârata opgesteld waaraan u uw uitgebreide verklaringen hebt toegevoegd. (4) Ondanks uw onderzoek en de kennis die u vergaarde over het Absolute en Eeuwige, betreurt u het, beste meester, niet genoeg gedaan te hebben ter wille van de ziel.'

(5) Vyâsa zei: 'Wat u allemaal zei is zeker waar, mijn hart heeft er nog steeds geen vrede mee gevonden. Wat is de wortel die ik gemist heb, vraag ik u die zich uit de zelfgeborene [Brahmâ] heeft ontwikkeld als een man van onbeperkte kennis. (6) Als een toegewijde van de Oudste Persoon, de Heer van de geestelijke en materiële wereld die vanuit enkel Zijn geest, verheven boven de kwaliteiten van de materiële natuur, het universum schept en vernietigt, bezit u allesomvattende, vertrouwelijke kennis. (7) U reist als de zon door de drie werelden en dringt daarbij door in ieders hart als de zelfverwerkelijkte getuige, als was u de allesdoordringende ether. Kan u alstublieft uitzoeken wat er mankeert aan mijn, met discipline en gelofte verzonken zijn in het Absolute wat betreft oorzaak en gevolg, geest en stof?'

narada talks to Vyasa (8) S'rî Nârada zei: 'U hebt nauwelijks de glorie van de onberispelijke Fortuinlijke geprezen en ik denk niet dat Hij erg behaagd is met die mindere kijk op de zaak. (9) Hoewel u, grote wijze, herhaaldelijk hebt geschreven voor het heil van de vier deugden van de religie [dharma, artha, kâma, moksha of rechtschapenheid, economie, zinsbevrediging en bevrijding], hebt u dat niet gedaan ter wille van Vâsudeva. (10) Het zich maar amper bedienen van de bloemrijke taal die de glorie beschrijft van de Heer die het universum heiligt, wordt door de heiligen beschouwd als een onderneming voor kraaien, niet als iets wenselijks dat zwanen [zij volmaakt in de transcendentie] op prijs stellen. (11) Die creatie van woorden die de revolutie afkondigt over de zonden van de mensen en waarin, hoewel onvolkomen van samenstelling, ieder vers verwijst naar de namen en de heerlijkheden van de Heer zonder beperkingen, wordt gehoord, bezongen en aanvaard door hen die zuiver en oprecht zijn. (12) Ondanks zelfverwerkelijking vrij van materiële motieven, ziet geestelijke kennis die zuiver genoeg is maar verstoken is van liefde voor de Onfeilbare er niet goed uit. Wat voor goeds valt er te verwachten van het steeds maar weer moeizaam werken voor een resultaat als men zich niet inzet voor de Heer? Dat is ongunstig en leidt nergens toe! (13) Daarom zou u als hoogst fortuinlijke, onberispelijke en beroemde, perfecte ziener in dienst van de waarheid en verankerd in geloften, vanuit uw transcendentale positie, voor de bevrijding uit de universele gebondenheid moeten nadenken en schrijven over Hem wiens handelingen bovennatuurlijk zijn.

(14) Welke zienswijze men ook beschrijft die losstaat van [Hem], schiet zijn doel voorbij en zal alleen maar tot namen en vormen leiden die de geest van streek brengen, als een boot die van zijn ligplaats wordt meegevoerd door de wind. (15) Instructies ter wille van de religie zijn niet geliefd, ze zijn zeer onredelijk in verband met de neiging tot natuurlijk gedrag. Door wat u [tot nu toe in voorgaande geschriften] instrueerde over het dharma heeft men zich op andere zaken gefixeerd en denkt men niet na over wat u wil verhinderen. (16) Zij die, met het afgezien hebben van materieel geluk, zich wijs met Hem gedragen, verdienen het [echter] de onbegrensde bovenzinnelijke, almachtige Heer te kennen. Toon daarom alstublieft, o goede man, aan hen die, gevangen in de complicaties van de natuurlijke kwaliteiten vervreemd zijn van het ware zelf, de handelingen van de Heer Die Alles Kan.

(17) Iemand die zijn beroepsmatige verplichtingen heeft verzaakt om de lotusvoeten van de Heer te dienen kan in die positie ten val komen vanwege een gebrek aan ervaring. Maar wat voor ongeluk treft iemand die als niet-toegewijde bezig is met zijn beroepsmatige verplichtingen en niets bereikt van wat zijn [ware] belang is? (18) Zij die geneigd zijn te filosoferen zouden zich om die reden enkel moeten bekommeren om dit [geestelijk geluk] dat niet zo zeer wordt gevonden door van hoog naar laag te dwalen, want materieel geluk - met de daarbij behorende misère - vindt men hoe dan ook in de loop van de zo subtiel werkende tijd als gevolg van wat men gedaan heeft. (19) Vroeg of laat onvermijdelijk falend in een bepaald opzicht, heeft de toegewijde een ervaring anders dan anderen: eenmaal in dit materiële leven de smaak te pakken hebben gekregen, zal hij, met de voeten van de Heer van de Bevrijding die hij omhelsde in gedachten, het nooit meer willen opgeven. (20) U weet vanuit de goedheid van uw zelf dat heel deze kosmos de Heer Zelf is, ook al verschilt Hij ervan. Hij vormt het begin, het bestaan en het einde van de schepping; ik vat het alleen maar even voor u samen. (21) Geef alstublieft een natuurgetrouwe beschrijving van het spel en vermaak van Hem die de Grootste Genade is. Door het perfecte inzicht van uw eigen ziel bent u in staat de Transcendente Persoonlijkheid van de Superziel na te gaan waar u een volkomen deelaspect van bent, en voor wie u - ongeboren van aard -  ter wille van het welzijn van de hele wereld geboorte hebt genomen. (22) De erkende geleerden zijn het er allen over eens dat het onmiskenbare doel van ieders versoberingen, studie, opoffering, spirituele scholing, vooruitgang van intelligentie en liefdadigheid, wordt gevonden in het volgen van de beschrijvingen van de bovenzinnelijke kwaliteiten van de Heer Geprezen in de Verzen.

(23) O wijze, in het voorgaande millennium nam ik geboorte uit een dienstmaagd van bepaalde aanhangers van de Veda. Nog maar een kleine jongen was ik deze yogabeoefenaren van dienst toen ik met hen samenleefde gedurende de maanden van het regenseizoen. (24) Ondanks hun onpartijdigheid jegens gelovigen waren die volgelingen van de wijsheid mij genadig, ik, een gehoorzame, goed gemanierde, zelfbeheerste en zwijgzame jongen zonder veel belangstelling voor sport en spel. (25) Toen de tweemaal geborenen het mij eens toestonden te genieten van de resten van hun maaltijd, raakte ik daardoor bevrijd van al mijn zonden en manifesteerde zich in mijn gezuiverde bewustzijn de bovenzinnelijke aantrekking tot dat dharma. (26) Daarna hoorde ik iedere dag hoe het leven van Krishna werd beschreven. Door hun ondersteuning en achting voor mij, mijn beste Vyâsa, slaagde ik erin aandachtig te luisteren en stap voor stap mijn smaak te ontwikkelen. (27) O grote wijze, zo de smaak te pakken krijgend, vond mijn geest continuïteit met de Heer en zag ik in dat het geheel van de grofstoffelijke en subtiele begoocheling mij eigen, zijn orde vindt in de bovenzinnelijkheid van het Absolute. (28) Aldus twee seizoenen lang, de herfst en het regenseizoen, voortdurend niets anders horend dan de glorie zoals die werd bezongen door de wijzen, begon mijn toegewijde dienst vorm aan te nemen met het naar de achtergrond verdwijnen van de [invloed van de] kwaliteiten van de hartstocht en de onwetendheid. (29) Als een gehoorzame jongen vrij van zonde slaagde ik aldus, vanwege die volgelingen aan Hem gehecht, erin strikt te volgen en [mijn zinnen] te onderwerpen. (30) Toen deze toegewijden zo vol van zorg voor de geplaagde mens vertrokken, waren ze zo genadig mij te instrueren in die allervertrouwelijkste kennis rechtstreeks uitgedragen door de Heer Zelf. (31) Daardoor kon ik makkelijk begrijpen wat de invloed is van de begoochelende materiële energie van de Hoogste Persoonlijkheid van God, Vâsudeva, de allerhoogste schepper, en hoe men Zijn toevlucht kan bereiken.

(32) O geleerde, men zegt dat het opdragen van je handelingen aan de persoonlijkheid van God, de Allerhoogste Heer, de remedie is tegen de drievoudige misère [de kleśa's] van het leven. (33) O goede ziel, is het niet zo dat de genezing van wat voor ziekte van het levend wezen ook mogelijk wordt door datgene medisch te behandelen wat de oorzaak van de ziekte is? (34) Op dezelfde manier zullen alle handelingen van de mens die zijn gericht op het teweegbrengen van een materieel [een materialistisch] bestaan aan die daden zelf een einde maken als men erin slaagt ze op te dragen aan de Transcendentie. (35) Alles wat men in deze wereld doet om de Heer te behagen, met inbegrip van de geestelijke kennis die erbij komt kijken, beschouwt men als bhakti-yoga [de yoga van de toewijding]. (36) Als men steeds zijn plichten vervult overeenkomstig de instructies van de Fortuinlijke, prijst men Zijn kwaliteiten en herinnert men zich voortdurend de namen van S'rî Krishna. (37) 'Alle eer aan U, o Allerhoogste Heer, aan U, Vâsudeva, op wie wij mediteren, en onze eerbetuigingen voor  [Uw volkomen deelaspecten] Pradyumna, Aniruddha en Sankarshana.' (38) Die persoon is van een volmaakt inzicht die aldus met de geluidsvorm van deze mantra de Heer Zonder een Vorm aanbidt, [Vishnu] de Oorspronkelijke Persoon van het Offer. (39) O brahmaan, hiermee bekend werd ik, op deze manier bezig met Zijn woorden, gezegend met spirituele kennis, met Zijn volheid en met een intieme persoonlijke liefde voor Kes'ava. (40) Beschrijf dan ook u met uw uitgebreide Vedische kennis, de Almachtige in wie de wijzen steeds bevrediging vonden in hun verlangen te weten. Doe dit om het aanhoudende lijden terug te dringen van de massa gewone mensen voor wie er geen andere uitweg is.' "


Lees de inspiratie bij dit hoofdstuk door Anand Aadhar.

 

                       

 
Derde herziene editie, geladen 16 januari 2023.

 

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

Sûta zei: "Toen hij comfortabel naast hem zat, richtte de alom bekende rishi van God met de vînâ in zijn handen, zich met een flauwe glimlach tot de geleerde wijze.

Sûta zei: "Comfortabel gezeten naast hem richtte de behaagde rishi van God - die een vînâ in zijn handen houdt - zich tot de geleerde wijze. (Vedabase)

 

Tekst 2

Hij zei: 'O hoogst fortuinlijke zoon van Parâs'ara, is het zo dat u de bevrediging van uw ziel vindt door uzelf te identificeren met uw lichaam en uw geest?

Hij zei: 'O hoogst fortuinlijke zoon van Parâs'ara, verloopt de confrontatie met het lichaam en de geest in de zelfrealisatie van uw ziel naar bevrediging? (Vedabase)

 

Tekst 3

U deed uitvoerig onderzoek en goed thuis  zijnde in de materie, hebt u de grote en wonderbaarlijke Mahâbhârata opgesteld waaraan u uw uitgebreide verklaringen hebt toegevoegd.

U hebt uitvoerig onderzoek gedaan en goed thuis zijnde in de materie, hebt u de grote en wonderbaarlijke Mahâbhârata opgesteld met de toevoeging van uw uitgebreide verklaringen. (Vedabase)

 

Tekst 4

Ondanks uw onderzoek en de kennis die u vergaarde over het Absolute en Eeuwige, betreurt u het, beste meester, niet genoeg gedaan te hebben ter wille van de ziel.'

Ondanks de volledigheid van uw uitweidingen over het Absolute en Eeuwige, beste meester, betreurt u het niet genoeg gedaan te hebben.'  (Vedabase)

 

Tekst 5

Vyâsa zei: 'Wat u allemaal zei is zeker waar, mijn hart heeft er nog steeds geen vrede mee gevonden. Wat is de wortel die ik gemist heb, vraag ik aan u die zich uit de zelfgeborene [Brahmâ] heeft ontwikkeld als een man van onbeperkte kennis.

Vyâsa zei: 'Wat u zegt is zeker waar en mijn ziel heeft er geen vrede mee gevonden. Wat is de wortel die ik gemist heb, vraag ik u, die bent voortgekomen uit de ziel als een man van onbeperkte kennis. (Vedabase)

 

Tekst 6

Als een toegewijde van de Oudste Persoon, de Heer van de geestelijke en materiële wereld die vanuit enkel Zijn geest, verheven boven de kwaliteiten van de materiële natuur, het universum schept en vernietigt, bezit u allesomvattende, vertrouwelijke kennis.

U bezit de allesomvattende kennis als een vertrouwelijke toegewijde van de Hoogste Persoonlijkheid, die de Oorspronkelijke Heerser is van het materiële en het geestelijke en in wiens denken alleen, van de transcendentie boven haar geaardheden, het universum is geschapen en vernietigd. (Vedabase)

 

Tekst 7

U reist als de zon door de drie werelden en dringt daarbij door in ieders hart als de zelfverwerkelijkte getuige, als was u de allesdoordringende ether. Kan u alstublieft uitzoeken wat er mankeert aan mijn, met discipline en gelofte verzonken zijn in het Absolute wat betreft oorzaak en gevolg, geest en stof?'

In uw goedheid bereist u de drie werelden, in ieders hart als de zelfverwerkelijkte getuige doordringend zoals de alles doordringende ether. Zeg me alstublieft wat mijn tekortkoming is in mijn met discipline en gelofte verzonken zijn in het Absolute wat betreft de aangelegenheden van oorzaak en gevolg.' (Vedabase)

 

Tekst 8

S'rî Nârada zei: 'U hebt nauwelijks de glorie van de onberispelijke Fortuinlijke geprezen en ik denk niet dat Hij erg behaagd is met die mindere kijk op de zaak.

S'rî Nârada zei: 'U hebt nauwelijks de glorie van de vlekkeloze Fortuinlijke geprezen en ik denk niet dat Hij erg behaagd is met die mindere kijk op de zaak. (Vedabase)

 

Tekst 9

Hoewel u, grote wijze, herhaaldelijk hebt geschreven voor het heil van de vier deugden van de religie [dharma, artha, kâma, moksha of rechtschapenheid, economie, zinsbevrediging en bevrijding], hebt u dat niet gedaan ter wille van Vâsudeva.

Hoewel U, grote wijze, herhaaldelijk hebt geschreven voor het heil van de vier principes van de religie [dharma, artha, kâma, moksha of rechtschapenheid, economie, zinsbevrediging en bevrijding], hebt u dat niet gedaan ter wille van Vâsudeva. (Vedabase)

 

Tekst 10

Het zich maar amper bedienen van de bloemrijke taal die de glorie beschrijft van de Heer die het universum heiligt, wordt door de heiligen beschouwd als een onderneming voor kraaien, niet als iets wenselijks dat zwanen [zij volmaakt in de transcendentie] op prijs stellen.

Het zich maar amper bedienen van de woorden die de glorie beschrijven van de Heer die het universum heiligt, is iets waarvan de heiligen denken als van het pelgrimeren naar een verblijfplaats van kraaien; niet als iets waar de perfecten van het transcendente behagen in scheppen. (Vedabase)

 

Tekst 11

Die creatie van woorden die de revolutie afkondigt over de zonden van de mensen en waarin, hoewel onvolkomen van samenstelling, ieder vers verwijst naar de namen en de heerlijkheden van de Heer zonder beperkingen, wordt gehoord, bezongen en aanvaard door hen die zuiver en oprecht zijn.

Die creatie van woorden die de revolutie afkondigt over de zonden van de mensen en waarin, hoewel onvolkomen van samenstelling, ieder vers verwijst naar de namen en de heerlijkheden van de Heer zonder beperkingen, wordt gehoord, bezongen en aanvaard door diegenen die gezuiverd en oprecht zijn. (Vedabase)

 

Tekst 12

Ondanks zelfverwerkelijking vrij van materiële motieven, ziet geestelijke kennis die zuiver genoeg is maar verstoken is van liefde voor de Onfeilbare er niet goed uit. Wat voor goeds valt er te verwachten van het steeds maar weer moeizaam werken voor een resultaat als men zich niet inzet voor de Heer? Dat is ongunstig en leidt nergens toe!

Ondanks zelfverwerkelijking vrij van materiële motieven, ziet de kennis van het onfeilbare er niet goed uit met het loslaten van benamingen. Wat voor goeds valt er te verwachten van het steeds maar weer ten ongunste werken voor een resultaat als men de Heer er mee mist? Daar schiet je niets mee op! (Vedabase)

 

Tekst 13

Daarom zou u als hoogst fortuinlijke, onberispelijke en beroemde, perfecte ziener in dienst van de waarheid en verankerd in geloften, vanuit uw transcendentale positie, voor de bevrijding uit de universele gebondenheid moeten nadenken en schrijven over Hem wiens handelingen bovennatuurlijk zijn.

Derhalve zou u, ter wille van de bevrijding uit de universele gebondenheid, als hoogst fortuinlijke, vlekkeloze en beroemde perfecte ziener die de waarheid toegedaan is en verankerd is in de kwaliteiten, vanuit uw staat van vervoering moeten denken en schrijven over Hem wiens handelingen bovennatuurlijk zijn. (Vedabase)

 

Tekst 14

Welke zienswijze men ook beschrijft die losstaat van [Hem], schiet zijn doel voorbij en zal alleen maar tot namen en vormen leiden die de geest van streek brengen, als een boot die van zijn ligplaats wordt meegevoerd door de wind.

Wat u ook wilt beschrijven dat van een visie is die losstaat van Hem, zal alleen maar tot namen en vormen leiden die de geest van streek brengen als een boot die van zijn ligplaats is meegevoerd door de wind(Vedabase)

 

Tekst 15

Instructies ter wille van de religie zijn niet geliefd, ze zijn zeer onredelijk in verband met de neiging tot natuurlijk gedrag. Door wat u [tot nu toe in voorgaande geschriften] instrueerde over het dharma heeft men zich op andere zaken gefixeerd en denkt men niet na over wat u wil verhinderen.

U hebt voor de zaak van de religie de mensen geïnstrueerd in verband met hun natuurlijke geneigdheden [om dieren te doden voor hun voedsel b.v.], hetgeen in feite afkeurenswaardig en nogal onredelijk is. De mensen gericht op een dergelijke leidraad zullen niet denken aan de verbodsbepalingen. (Vedabase)


Tekst 16

Zij die, met het afgezien hebben van materieel geluk, zich wijs met Hem gedragen, verdienen het [echter] de onbegrensde bovenzinnelijke, almachtige Heer te kennen. Toon daarom alstublieft, o goede man, aan hen die, gevangen in de complicaties van de natuurlijke kwaliteiten vervreemd zijn van het ware zelf, de handelingen van de Heer Die Alles Kan.

Voor het begrijpen van de oneindige Heer komen zij in aanmerking die er goed in zijn zich te weerhouden van materiële genoegens en daarom moet diegenen die door de geaardheden gehecht zijn en de geestelijke kennis ontberen, vanuit uw goedheid de wegen en handelingen van de Heer getoond worden. (Vedabase)


Tekst 17

Iemand die zijn beroepsmatige verplichtingen heeft verzaakt om de lotusvoeten van de Heer te dienen kan in die positie ten val komen vanwege een gebrek aan ervaring. Maar wat voor ongeluk treft iemand die als niet-toegewijde bezig is met zijn beroepsmatige verplichtingen en niets bereikt van wat zijn [ware] belang is?

Onervaren in de toegewijde dienst aan de lotusvoeten kan men de eigen ware aard verloochenend in die positie ten val komen, maar wat dan voor een ongeluk zou de niet-toegewijde ten deel vallen die, druk met zijn beroepsmatige bezigheden, niet reikt tot dat wat in Zijn belang is? (Vedabase)


Tekst 18

Zij die geneigd zijn te filosoferen zouden zich om die reden enkel moeten bekommeren om dit [geestelijk geluk] dat niet zo zeer wordt gevonden door van hoog naar laag te dwalen, want materieel geluk - met de daarbij behorende misère - vindt men hoe dan ook in de loop van de zo subtiel werkende tijd als gevolg van wat men gedaan heeft.

Zij die filosofisch zijn toegenegen zouden, om die reden, zich enkel moeten bekommeren om wat niet zo zeer wordt gevonden door van hoog naar laag te dwalen; in de loop van de tijd, die zo onvermoeibaar en subtiel is, zal men - net als de misère - het genoegen als resultaat van de gedane arbeid overal vanzelf vinden. (Vedabase)

 

Tekst 19

Vroeg of laat onvermijdelijk falend in een bepaald opzicht, heeft de toegewijde een ervaring anders dan anderen: eenmaal in dit materiële leven de smaak te pakken hebben gekregen, zal hij, met de voeten van de Heer van de Bevrijding die hij omhelsde in gedachten, het nooit meer willen opgeven.

Om een of andere reden falend heeft de toegewijde een andere ervaring dan anderen: zo gauw hij in dit materiële leven de smaak te pakken heeft, zal hij, met in gedachten de voeten van de Heer der Bevrijding die hij omhelsde, het nooit meer willen opgeven. (Vedabase)

 

Tekst 20

U weet vanuit de goedheid van uw zelf  dat heel deze kosmos de Heer Zelf is, ook al verschilt Hij ervan. Hij vormt het begin, het bestaan en het einde van de schepping; ik vat het alleen maar even voor u samen.

Van uw eigen goedheid weet u dat alles van deze kosmos de Heer Zelve is, ook al verschilt Hij er van; Hij is de bron en de bestemming van de schepping; ik vat het alleen maar even voor u samen. (Vedabase)

 

Tekst 21

Geef alstublieft een natuurgetrouwe beschrijving van het spel en vermaak van Hem die de Grootste Genade is. Door het perfecte inzicht van uw eigen ziel bent u in staat de Transcendente  Persoonlijkheid van de Superziel na te gaan waar u een volkomen deelaspect van bent, en voor wie u - ongeboren van aard -  ter wille van het welzijn van de hele wereld geboorte hebt genomen.

Geef alstublieft een levendige beschrijving van het spel en vermaak van de Allerhoogste Heer, daar u, door het perfecte inzicht van uw eigen ziel, kan achterhalen wat de transcendentie is van de Persoonlijkheid van de Superziel, waarvan u een volledig aspect bent geboorte genomen hebbend ter wille van het welzijn van de hele wereld. (Vedabase)

 

Tekst 22

De erkende geleerden zijn het er allen over eens dat het onmiskenbare doel van ieders versoberingen, studie, opoffering, spirituele scholing, vooruitgang van intelligentie en liefdadigheid, wordt gevonden in het volgen van de beschrijvingen van de bovenzinnelijke kwaliteiten van de Heer Geprezen in de Verzen.

Het door iedereen bereiken van de beschrijvingen van de bovenzinnelijke kwaliteiten door middel van versoberingen, studie, opoffering, het bijwonen van lezingen, het koesteren van de intelligentie en door liefdadigheid, is, volgens de erkende geleerden, het niet mis te verstane belang van de goddelijke verzen die de Allerhoogste verheerlijken.'  (Vedabase)

 

Tekst 23

O wijze, in het voorgaande millennium nam ik geboorte uit een dienstmaagd van bepaalde aanhangers van de Veda. Nog maar een kleine jongen was ik deze yogabeoefenaren van dienst toen ik met hen samenleefde gedurende de maanden van het regenseizoen.

In het voorgaande millennium werd ik, o wijze, geboren uit de dienstmaagd van bepaalde volgelingen van deze conclusie [de Vedânta] en was ik als jongen actief in hun dienst, met ze samenlevend gedurende de maanden van het regenseizoen. (Vedabase)

 

Tekst 24

Ondanks hun onpartijdigheid jegens gelovigen waren die volgelingen van de wijsheid mij genadig, ik, een gehoorzame, goed gemanierde, zelfbeheerste en zwijgzame jongen zonder veel belangstelling voor sport en spel.

Deze volgelingen der wijsheid waren mij, een gehoorzame, goed gemanierde, zelfbeheerste en zwijgzame jongen zonder veel belangstelling voor sport en spel, bijzonder genadig, ondanks hun onpartijdigheid jegens gelovigen. (Vedabase)

 

Tekst 25

Toen de tweemaal geborenen het mij eens toestonden te genieten van de resten van hun maaltijd, raakte ik daardoor bevrijd van al mijn zonden en manifesteerde zich in mijn gezuiverde bewustzijn de bovenzinnelijke aantrekking tot dat dharma.

Toen de tweemaal geborenen, in die periode, mij het eens toestonden te genieten van de resten van hun maaltijd, raakte ik, door die handeling, bevrijd van al mijn zonden en manifesteerde, met het aldus in zuiverheid van dienst zijn, zich de aantrekking tot dat dharma. (Vedabase)

 

Tekst 26

Daarna hoorde ik iedere dag hoe het leven van Krishna werd beschreven. Door hun ondersteuning en achting voor mij, mijn beste Vyâsa, slaagde ik erin aandachtig te luisteren en stap voor stap mijn smaak te ontwikkelen.

Daarna, iedere dag horend van de beschrijvingen van het leven van Krishna, kon ik door hun respect voor mij, o mijn beste Vyâsa, vol aandacht mijn oor te luisteren leggen en bij iedere stap die ik deed zo mijn smaak ontwikkelen. (Vedabase)

 

Tekst 27

O grote wijze, zo de smaak te pakken krijgend, vond mijn geest continuïteit met de Heer en zag ik in dat het geheel van de grofstoffelijke en subtiele begoocheling mij eigen, zijn orde vindt in de bovenzinnelijkheid van het Absolute.

O grote wijze, toen de smaak te pakken krijgend, vond ik continuïteit met de Heer en zag ik in dat men al het grove en subtiele aanneemt in de eigen onwetendheid wat betreft het Allerhoogste van de overstijging. (Vedabase)

 

Tekst 28

Aldus twee seizoenen lang, de herfst en het regenseizoen, voortdurend niets anders horend dan de glorie zoals die werd bezongen door de wijzen, begon mijn toegewijde dienst vorm aan te nemen met het naar de achtergrond verdwijnen van de [invloed van de] geaardheden van de hartstocht en de onwetendheid.

Zo twee seizoenen lang, de herfst en het regenseizoen, voortdurend over niets anders dan de glorie bezongen door de wijzen horend, begon mijn toegewijde dienst vorm aan te nemen met het naar de achtergrond verdwijnen van de geaardheden van de hartstocht en de onwetendheid. (Vedabase)

 

Tekst 29

Als een gehoorzame jongen vrij van zonde slaagde ik aldus, vanwege die volgelingen aan Hem gehecht, erin strikt te volgen en [mijn zinnen] te onderwerpen.

Als een jongen, gehoorzaam en vrij van zonde, slaagde ik, aldus aangetrokken tot wat het Zijne was, er in mijn strikte navolgen toen vanwege die volgelingen in om [mijn zinnen] in bedwang te krijgen. (Vedabase)

 

Tekst 30

Toen deze toegewijden zo vol van zorg voor de geplaagde mens vertrokken, waren ze zo genadig mij te instrueren in die hoogst vertrouwelijke kennis rechtstreeks uitgedragen door de Heer Zelf.

Door de zuiverheid van die toegewijden vol van zorg voor de deemoedigen, ontving ik, bij hun vertrek, de instructie van die allervertrouwelijkste kennis die rechtstreeks door de Heer Zelf wordt uitgedragen.(Vedabase)

 

Tekst 31

Daardoor kon ik makkelijk begrijpen wat de invloed is van de begoochelende materiële energie van de Hoogste Persoonlijkheid van God, Vâsudeva, de allerhoogste schepper, en hoe men Zijn toevlucht kan bereiken.

Daardoor kon ik makkelijk begrijpen wat de invloed is van de begoochelende materiële energie van de Hoogste Persoonlijkheid van God, Vâsudeva, de allerhoogste schepper, en hoe men zo de toevlucht die Hij is kan bereiken. (Vedabase)

 

Tekst 32

O geleerde, men zegt dat het opdragen van je handelingen aan de persoonlijkheid van God, de Allerhoogste Heer, de remedie is tegen de drievoudige misère [de kleśa's] van het leven.

O geleerde, men zegt dat het opdragen van je handelingen aan de Allerhoogste Heer de remedie is tegen de drievoudige misère van het leven. (Vedabase)

 

Tekst 33

O goede ziel, is het niet zo dat de genezing van wat voor ziekte van het levend wezen ook mogelijk wordt door datgene medisch te behandelen wat de oorzaak van de ziekte is?

O goede ziel, is het niet zo dat de genezing van een kwaal wordt gevonden in dat eraan gelijk wat er de oorzaak van was? (Vedabase)

 

Tekst 34

Op dezelfde manier zullen alle handelingen van de mens die zijn gericht op het teweegbrengen van een materieel [een materialistisch] bestaan aan die daden zelf een einde maken als men erin slaagt ze op te dragen aan de Transcendentie.

Op dezelfde manier zullen alle materiële handelingen een einde maken aan hun eigen materialisme zo gauw zich geschiktheid ontwikkelt in toewijding tot het transcendente. (Vedabase)

 

Tekst 35

Alles wat men in deze wereld doet om de Heer te behagen, met inbegrip van de geestelijke kennis die erbij komt kijken, beschouwt men als bhakti-yoga [de yoga van de toewijding].

Alles wat men in deze wereld doet om de Heer te behagen en wat daartoe wordt gedaan in afhankelijkheid van de kennis is bhakti yoga [yoga van de toewijding]. (Vedabase)

 

Tekst 36

Als men steeds zijn plichten vervult overeenkomstig de instructies van de Fortuinlijke, prijst men Zijn kwaliteiten en herinnert men zich voortdurend de namen van S'rî Krishna.

Als men zijn plichten vervult indachtig de wil van de Fortuinlijke, gaat de geest voortdurend uit naar de kwaliteiten en de namen van Heer Krishna. (Vedabase)

 

Tekst 37

'Alle eer aan U, o Allerhoogste Heer, aan U, Vâsudeva, op wie wij mediteren, en onze eerbetuigingen voor  [Uw volkomen deelaspecten] Pradyumna, Aniruddha en Sankarshana.'

Laten we mediteren op de naam en de glorie van Vâsudeva en Zijn volledige expansies Pradyumna, Aniruddha en Sankarshana. (Vedabase)

 

Tekst 38

Die persoon is van een volmaakt inzicht die aldus met de geluidsvorm van deze mantra de Heer Zonder een Vorm aanbidt, [Vishnu] de Oorspronkelijke Persoon van het Offer.

De persoon die de Heer die zonder een vorm is vertegenwoordigd ziet in de geluidsvorm van een mantra, is, aldus van aanbidding zijnd voor [Heer Vishnu] de Oorspronkelijke Persoon van het Offeren, van een


Tekst 39

O brahmaan, hiermee bekend werd ik, op deze manier bezig met Zijn woorden, gezegend met spirituele kennis, met Zijn volheid en met een intieme persoonlijke liefde voor Kes'ava.

O geleerde, op deze manier bezig werd ik, goed op de hoogte van het vertrouwelijke gedeelte van de vedische kennis, begenadigd met de kennis van Zijn transcendentale volheden, zowel als met de intieme persoonlijke affectie voor Heer Krishna [Kes'ava]. (Vedabase)

 

Tekst 40

Beschrijf dan ook u met uw uitgebreide Vedische kennis, de Almachtige in wie de wijzen  steeds bevrediging vonden in hun verlangen te weten. Doe dit om het aanhoudende lijden terug te dringen van de massa gewone mensen voor wie er geen andere uitweg is.' "

U, beste, goede ziel, met uw uitgebreide vedische kennis, die eveneens heeft gehoord van de Almachtige van wie de wijzen er altijd bevrediging in gevonden hebben te vernemen over het transcendentale - beschrijft u alstublieft Zijn activiteiten ter wille van het verminderen van het lijden van de massa der gewone mensen voor wie er geen andere uitweg is'." (Vedabase)


 

 

 

 

 

 

Creative Commons
                  License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de
Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
Het copyright van de afbeeldingen verschilt afhankelijk van de bron.
Het schilderij van Vyâsa in gesprek met Nârada is © van D0minique Amendola.
Gebruikt met toestemming. Voor meer van haar spirituele kunst zie dominiqueamendola.com.

Productie: de Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd
.



 

 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties