bij het boek de Bhâgavata Purâna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPÂYANA VYÂSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links




Afbeeldingen Canto 5 - pagina 1-2-3-4-5

Hoofdstuk 6 - 7 - 8 - 9 - 10




Hoofdstuk 6:  Heer Rishabhadeva's Activiteiten

Lord Rishabha

(15) 'Is er een andere vasthoudende en overtuigde yogi te vinden die, de perfecties verlangend die Rishabha afwees als zijnde onbeduidend, zelfs maar in de geest het voorbeeld kan volgen van deze ongeboren Godheid?'



Hoofdstuk 7:  De Activiteiten van Koning Bharata

 Lord Rishabha

(7) Hij [Bharata] was aldus, in de perfectie van zijn dienstverlening, van de zuiverste goedheid jegens de Superziel in het hart van het etherisch lichaam, jegens de onpersoonlijke geest van het Brahman en jegens Bhagavân, de Allerhoogste Heer, Vâsudeva, de Allerhoogste Persoon, wiens gedaante men herkent aan het S'rîvatsa teken op de borst, het Kaustubha juweel, de bloemenkrans, de werpschijf, de schelphoorn, de knots en andere symbolen. Als Hij eenmaal als een onuitwisbaar beeld in het hart van de toegewijde is verschenen, heeft Hij, die men op het hoogste niveau kent aan de hand van Zijn stralende persoonlijke gedaante, het vermogen dag na dag je toewijding te doen toenemen.


 

Hoofdstuk 8:  De Wedergeboorte van Bharata Mahârâja

 

(20)  Zal dat prinselijke hertje van mij nu echt terugkeren en mij plezier verschaffen, ik die zijn verschillende vrome oefeningen opgaf? Het was zo schattig om te zien. Het te behagen op een manier gepast voor zijn soort, verdreef alle ongeluk!


Hoofdstuk 9:  Het Verheven Karakter van Jada Bharata

 

(18) Hoogst verontwaardigd ging ze volkomen op in de kracht van haar woede, met geheven wenkbrauwen, een vreselijk gebit, bloeddoorlopen ogen, een afgrijselijke lach en een opgewonden beangstigend gezicht, alsof ze het hele universum wilde vernietigen. Door haar grote razernij vrijgekomen [uit het beeld], sloeg ze, van het altaar afkomend, met hetzelfde staal dat ze wilden gebruiken [voor hun offer] de hoofden eraf van al de zondige overtreders en dronk ze vervolgens samen met haar metgezellen van het bloed dat uit de nekken stroomde als een zeer hete bedwelmende drank. Onder de invloed van al dat bedwelmende drinken, zette ze het met haar volgelingen luidkeels op een zingen en dansen, en wierpen ze voor de lol de hoofden naar elkaar als waren het ballen.



Hoofdstuk 10: Jada Bharata ontmoet Mahârâja Rahûgana

palanquin

(2) Toen hij daarmee bezig was keek de gezegende brahmaan steeds drie stappen voor zich uit [om niet op de mieren te trappen]. Daardoor liep hij steeds uit de pas met de anderen en schudde de draagstoel heen en weer. Rahûgana, die dit opmerkte zei tot de mannen die hem droegen: 'O dragers, loop alsjeblieft in de pas! Waarom wordt deze draagstoel zo ongelijkmatig gedragen?'




Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen
onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is.


  

volgende pagina