bij het boek de Bhâgavata Purâna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPÂYANA VYÂSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links




Afbeeldingen Canto 9 - pagina 1 - 2 - 3 - 4

Hoofdstuk 13 - 14- 15 - 16 - 17 - 18



Hoofdstuk 13: Het Verhaal van Nimi en de
Dynastie van zijn zoon Mithila

(8)  'Als u tevreden over ons bent, breng dan, als u dat kan, dit lichaam van de koning tot leven!' Nadat de halfgoden daarop bevestigend hadden gereageerd zei Nimi [als een geest]: 'Bindt me niet aan een materieel lichaam!


Hoofdstuk 14: Koning Purûravâ in de Ban van Urvas'î

(34) 'Oh, mijn echtgenote, ga niet weg, wees niet zo wreed en blijf! Je had me niet in de steek moeten laten omdat ik je tot dusverre niet gelukkig wist te maken. Laten we er even over praten. (35) Dit goede lijf van mij, door jou zo ver weggeleid van huis, zal ter plekke dood neervallen, o devî, en de vossen en gieren zullen het verslinden, als het je genade niet waard is!'



Hoofdstuk 15: Paras'urâma, de Heer als Krijgsheer

(14) Hij [Paras'urâma] die eenentwintig keer optrad als de vernietiger van de Haihaya-dynastie en zo de aarde bevrijdde van al haar kshatriya's, wordt een [ams'a-]incarnatie van Vâsudeva genoemd. (15) Hij nam van de planeet de last weg van de ingebeelde, besturende klasse die het, beheerst door hartstocht en onwetendheid, aan respect ontbrak voor het brahmaanse gezag. Hij doodde ze ondanks het feit dat ze geen grote overtreding hadden begaan  [zie ook 1.11: 34].'


Hoofdstuk 16: Hoe Heer Paras'urâma ertoe kwam
de Heersende Klasse Eenentwintig Keer te Vernietigen

(17)  Râma ging naar Mâhishmatî [de hoofdstad] die beroofd was van alle glorie omdat een brahmaan vermoord was. Daar bouwde hij midden in de stad een grote stapel op van de hoofden die hij van hun rompen scheidde.


 

Hoofdstuk 17: De Dynastieën van de Zoons van Purûravâ

(1-3) De zoon van Vyâsa zei: 'Van één zoon van Purûravâ, Âyu [zie 9.15: 1], waren er de machtige zoons Nahusha, Kshatravriddha, Rajî, Râbha en Anenâ. O adellijke heerser, verneem nu over de dynastie van Kshatravriddha. Van Kshatravriddha's zoon Suhotra waren er drie zoons: Kâs'ya, Kus'a en Gritsamada. Van Gritsamada was er S'unaka en van hem verscheen er S'aunaka, een muni die uitblonk in de gewijde [Rig Veda] verzen.



Hoofdstuk 18: Koning Yayâti Herkrijgt zijn Jeugd

(43) S'rî Pûru zei: 'Wie, o Koning, o beste onder de mensen, krijgt nu in deze wereld de gelegenheid zijn vader terug te betalen voor het lichaam dat hij hem schonk? Door zijn genade kan men een hoger leven genieten. (44) Hij die handelt naar de wensen van zijn vader is de beste, hij die handelt naar wat hij hem opdraagt is maar middelmatig, en van een laag allooi is hij die handelt zonder hem te achten. Maar hij die tegen het woord van zijn vader ingaat is als zijn uitwerpselen.'


Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen 
 onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is.






volgende pagina