bij het boek de Bhâgavata Purâna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPÂYANA VYÂSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links




Afbeeldingen Canto 8 - pagina 1 - 2 - 3 - 4

Hoofdstuk 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6

 

 

Hoofdstuk 1:  De Manu's, de Bestuurders van het Universum


(4) De grote rishi zei: 'De huidige dag van Brahmâ [kalpa] hebben we reeds zes Manu's gehad: Svâyambhuva en vijf anderen. De periode van de eerstgenoemde beschreef ik al voor u alsook de goddelijke persoonlijkheden die toen verschenen [zie 2.7: 43-45, 3.12: 54, 4.1 en 4.8: 6].


Hoofdstuk 2: De Nood van de Olifant Gajendra


(27) Het lot was hem toen beschoren dat zijn poot, o Koning, daar werd gegrepen door een vervaarlijke, kwaaie krokodil.
De olifant probeerde zich vervolgens verwoed uit alle macht te bevrijden uit de gevaarlijke positie waarin hij was beland.


Hoofdstuk 3: Gajendra's Gebeden van Overgave


(33) Toen Hij hem zo zag lijden kwam de Ongeborene, zo vol van genade, meteen naar beneden en redde Hij hem met Zijn werpschijf, voor ogen van al de goddelijken aanwezig, door de krokodil zijn bek eraf te snijden en vervolgens Gajendra uit het water te trekken.'


Hoofdstuk 4: Gajendra Keert Terug naar de Geestelijke Wereld


(14) Wat ik u beschreef, o grote Koning, aangaande het geloof in Heer Krishna dat Koning Gajendra verlossing bracht, bevordert hen die erover vernemen tot de hemelse sferen en vergroot hun reputatie. Het neemt het duister van de immoraliteit van Kali-yuga weg [zie 1.17: 24-25] en maakt een einde aan akelige dromen, o beste van de Kuru's.


Hoofdstuk 5: De Vijfde en de Zesde Manu en de Gebeden van Brahmâ met de Sura's.


(24) S'rî S'uka zei: 'De Heer van de Veda die aldus tot de Sura's sprak, o onderwerper van de vijanden, begaf zich samen met de goden rechtstreeks naar de verblijfplaats van [Vishnu,] de Onoverwinnelijke voorbij de wereld van de duisternis. (25) Aldaar, jegens Hem wiens ware gedaante niet kan worden waargenomen maar over wie men verneemt in de Veda, sprak de meester van de goden het hemelse gebed uit waarvan de klanken toen de heerschappij over de zinnen vestigde.



Hoofdstuk 6: De Sura's en Asura's kondigen een Wapenstilstand af


(1) S'rî S'uka zei: 'O Koning, de Allerhoogste Heer Hari, de Meester, aldus verheerlijkt door de goddelijken
verscheen toen voor hen met een gloed van duizend opgaande zonnen.




(26) S'rî S'uka zei: 'Nadat de Almachtige Heer aldus de halfgoden van advies had gediend,
verdween de Hoogste Persoonlijkheid, de Meester die zich onafhankelijk beweegt, uit het zicht, o Koning.


Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen 
 onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is,



 

 

volgende pagina