(3) De
Heer
van
het
Offer,
Yajña,
en
de
andere incarnaties van de Allerhoogste Persoonlijkheid die ik voorheen
ter sprake bracht, o Koning, vormen de leidraad voor de Manu's en de anderen belast met de zaken van
de wereld.

Hoofdstuk 15: Bali Mahârâja Verovert de Hemelse
Plaatsen

(10-11) Omringd
door
zijn
mannen
en
de
andere
Daityaleiders
gelijk
aan
hem qua weelde, kracht en schoonheid, leken ze de hemel te verzwelgen
en alle windrichtingen te verzengen met hun blikken. Na de grootste
Asurakrijgers bijeen te hebben gebracht, gingen ze op weg naar de uiterst
welvarende hoofdstad van Indra en lieten daarbij de aarde onder hun
voeten trillen.

Hoofdstuk 16: Aditi Ingevoerd in de Payo-vrata Ceremonie,
de beste van alle Offerandes

(54) O vrome dame, de brahmanen en allen
daar bijeengekomenen
moeten zoveel mogelijk de prasâda
ontvangen
van het voedsel van de goedheid [B.G. 17: 8]
dat zo
rijkelijk werd toebereid
met melk en ghee.

Hoofdstuk 17: De Allerhoogste Heer Zegt Toe Aditi's Zoon te
Worden

(4) De
Allerhoogste Heer, de Oorspronkelijke Persoon verscheen toen aan haar, mijn
beste,
gekleed in het geel en met Zijn vier armen
waarmee hij de schelp, de cakra, de knots [en de lotusbloem]
omhoog hield.

Hoofdstuk 18: Heer Vâmanadeva, de Dwerg-incarnatie

(14) Bij Zijn heiligedraadceremonie
zong
de zonnegod de
Gâyatrî-mantra [zie notitie
**
5.7], overhandigde Brihaspati de heilige draad en bood Kas'yapa Hem een gordel [van strohalmen,
als aanduiding van de
tweemaal geboren status].