bij het boek de Bhāgavata Purāna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPĀYANA VYĀSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links



Afbeeldingen Canto 6 - pagina 1-2-3

Hoofdstuk 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 




Hoofdstuk 1:  Dharma en Adharma: het Leven van Ajāmila

A cheater

(22) Hij had zijn toevlucht genomen tot verwerpelijke praktijken als valsspelen en het aanhouden
en beroven
van mensen. Aldus onderhield hij zijn gezin op een hoogst zondige wijze en bezorgde hij anderen veel leed.




Hoofdstuk 2: Ajāmila Bevrijd door de Vishnudūtas:
de Motivatie voor de Heilige Naam

A good
                          death - William Blake

(36-37) Als ik mezelf bevrijd van dit gebonden zijn aan karmische handelingen op basis van lust en onwetendheid, zal ik  een zelfgerealiseerde, alleraardigste, genadige en vredige vriend van alle levende wezens zijn en zal ik mijn ziel losmaken uit de val van het verstrikt zijn in māyā in de gedaante van een vrouw, een vrouw die met mij, gevallen als ik was, speelde alsof ik een huisdier was.


Hoofdstuk 3: Yamarāja Instrueert Zijn Boodschappers

A good death - William Blake

(29) Zij die voor de waarheid op de vlucht zijn en tekort schieten in hun plichten jegens Heer Vishnu, zij wiens tongen niet de namen en kwaliteiten uitdrukken van de Allerhoogste Heer, Hem niet in hun hart dragen of Zijn lotusvoeten herinneren en niet één enkele keer hun hoofden bogen voor Krishna [in een tempel b.v., zie B.G. 4: 4-6], leidt hen allen aan mij voor.




Hoofdstuk 4: De Hamsa-guhya Gebeden door Prajāpati Daksha opgedragen aan de Heer

(6) Toen de koning van het woud, de grote Soma [de maangod], zag dat alle bomen werden verbrand door het laaiende vuur,
o zoon van Kuru,
sprak hij als volgt teneinde hun woede tot bedaren te brengen.

Vishnu
                          on Garuda 

(35-39) S'rī S'uka zei: 'Na aldus te zijn geprezen met de opgedragen gebeden verscheen de Allerhoogste Heer, Hij die zorgt voor de toegewijden, ter plekke in Aghamarshana, o beste onder de Kuru's. Met Zijn voeten op Garuda's schouders hield Hij met Zijn acht lange en machtige armen, de werpschijf, de schelphoorn, het zwaard, het schild, de pijl, de boog, het touw en de knots omhoog. Zijn intens blauw-zwarte gedaante was gehuld in gele kledij, Zijn gezicht en blik waren zeer opgewekt en Zijn lichaam was gesierd met een bloemenslinger die tot Zijn enkels reikte. Gesierd met het stralende Kaustubha juweel, het S'rīvatsa merkteken, een grote geronde helm, glitterende haaien-oorhangers, een gordel, ringen om Zijn vingers, armbanden om Zijn polsen en bovenarmen en met Zijn enkelbelletjes, betoverde Zijn verschijning de drie werelden. Als de schittering van de drie werelden werd de Heer omringd door Zijn eeuwige metgezellen Nārada, Nanda en de leiders van de halfgoden en werd Hij met hymnen bezongen door de volmaakten en de bewoners en zangers van de hemel.




Hoofdstuk 5: Nārada Muni Vervloekt door Prajāpati Daksha

Aryabhat
                          - astronomer, mathematician - the order of
                          time

(19) Het o zo scherpgerande, ronddraaiende rad van de Tijd bestiert de hele wereld naar eigen maat en orde; wat voor nut heeft het in deze wereld te ondernemen in verlangen naar resultaten als men hier niet van op de hoogte is [van deze orde van de tijd]?



Hoofdstuk 6: Het Nageslacht van de Dochters van Daksha

Chandra (Soma) mandala - Nepal.

(24-26) Hem weer tot vrede bewegend slaagde Soma er met respect voor de indeling van de tijd in om de teruggang een halt toe te roepen [door die tot de donkere helft van de maand te beperken]. Verneem nu al de namen van  de vrouwen van Kas'yapa, de moeders door wie de levende wezens van het hele universum hun bestaan vonden: Aditi, Diti, Danu, Kāshthhā, Arishthā, Surasā, Ilā, Muni, Krodhavas'ā, Tāmrā, Surabhi, Saramā en Timi. Uit Timi kwamen de waterdieren voort en de roofdieren waren er als de kinderen van Saramā.



Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen
onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is.





 

 

volgende pagina