bij het boek de Bhâgavata Purâna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPÂYANA VYÂSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links




Afbeeldingen Canto 6 - pagina1-2-3

Hoofdstuk 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12






Hoofdstuk 7: Indra Beledigt Zijn Geestelijk Leraar, Brihaspati

Brihaspati
(16) Terwijl Indra, de machtigste van al de goden, zich aldus zorgen maakte,
verdween Brihaspati ongezien uit zijn huis bij machte van zijn hoogst verheven staat.





Hoofdstuk 8: De Wapening met Mantra's die Indra Beschermde

Kesava

(20) Moge Kes'ava met Zijn knots me in de ochtenduren na zonsopkomst beschermen, moge Govinda met de fluit in Zijn handen me vroeg in de ochtend beschermen, moge Nârâyana, de Heer van alle vermogens, me laat in de ochtend beschermen en moge Vishnu, de Heer met de schijf in Zijn hand, me tussen de middag beschermen [zie tevens 5.21: 10].



Hoofdstuk 9: Het Verschijnen van de Demon Vritrâsura

Vishnu

(28) 'Door dat gebed van de verlichte zielen, o Koning, werd Hij,
met het zich naar binnen richten, zichtbaar met Zijn schelphoorn, werpschijf en knots.




Hoofdstuk 10: De Veldslag tussen de Halfgoden en Vritrâsura

Indra on Iravati

(13-14) Koning Indra nam daarna de bliksemschicht op die was vervaardigd door Vis'vakarmâ, die zijn kracht ontleende aan de grote wijze [Dadhîci] en die doortrokken was van de geestkracht van de Heer. Samen met de andere halfgoden uitrijdend terwijl de muni's gebeden opdroegen, zat hij glorieus op de rug van Gajendra [zijn olifant] tot het duidelijk genoegen van al de drie werelden.



Hoofdstuk 11: De Bovenzinnelijke Kwaliteiten van Vritrâsura

Indra marches against the Asuras 

(2-3) Toen de beste van de Asura's zag hoe het Asuraleger, alsof niemand hen beschermde, uiteen werd gedreven en opgejaagd door de halfgoden, nu het moment ze de kans bood, was de vijand van Indra pijnlijk getroffen. Niet in staat dat te aanvaarden hield hij de halfgoden woedend met veel geweld tegen en wees hij ze terecht met de volgende woorden, o Koning:


Hoofdstuk 12: Vritrâsura's Glorieuze Heengaan

Indra in battle 

(3) Hoewel de aanblik van de rondtollende drietand die op hem afvloog als een ster die uit de hemel viel moeilijk te verdragen was, jaagde dat Indra geen schrik aan. Met zijn bliksemschicht met een honderdtal haken,  sneed hij hem, zowel als de arm van Vritra die leek op het lijf van de slangenkoning, in honderd stukken.



Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen             
onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is.
           
    

 

volgende pagina