Hoofdstuk 13: Het
Verschijnen van Heer Varâha

(33) Op
het moment dat Hij blauwgekleurd als een
tamâla-boom, als was Hij
een spelende olifant, de aarde
omhoog hield op Zijn gekromde
slagtanden, o Vidura, konden zij
die werden aangevoerd door Brahmâ Hem herkennen als de
Allerhoogste Heer. Daarop brachten ze Hem met gevouwen handen
gebeden uit de Vedische hymnen.

Hoofdstuk 14: De Bevruchting van Diti in de Avond

(10) Diti zei: 'O
geleerde, Cupido heeft met jou op het oog al zijn pijlen op mij gericht
en brengt,
me daarmee opjagend als een
dolle olifant die een
bananenboom te lijf gaat, mijn arme zelf in
verlegenheid.

Hoofdstuk 15: Beschrijving van het Koninkrijk Gods
(27) Nadat
ze
aldaar
zes poorten waren gepasseerd zonder er veel belang aan te
hechten, vonden ze bij de zevende poort twee halfgoden op hun weg van
gelijke leeftijd die waren uitgerust met kostbare knotsen, armbanden,
oorhangers, helmen en prachtige kledij.

Hoofdstuk 16: De Twee Poortwachters van Vaikunthha, Vervloekt
door
de Wijzen

(15) De grootse conclusie die de Allerhoogste Heer
had geopenbaard vanuit Zijn innerlijk vermogen, deed de vier brahmanen
met gevouwen handen spreken in de hoogste staat van verrukking met hun
haren overeind.

Hoofdstuk 17: De overwinning van Hiranyâksha over Alle
Windstreken van het Universum
(5)
Scherpe
winden bliezen die voortdurend huilden en
legers van
cyclonen
met
stofwolken als hun vaandel ontwortelden de grootste bomen.

Hoofdstuk 18: De Strijd
Tussen Heer Zwijn en de Demon Hiranyâksha

(17) De
Heer
sloeg
toen met Zijn knots de vijand op zijn rechter wenkbrauw. Maar de demon
weerde,
o zachtmoedige [Vidura], als een expert met de knots, de slag
af met zijn eigen wapen.

Hoofdstuk 19: Het doden van de demon Hiranyâksha
(31)
S'rî Maitreya zei: 'Na aldus de zo hoogst machtige
Hiranyâksha te hebben gedood, werd de Heer, de oorsprong van de
zwijnincarnatie, geprezen door
hem die op de lotus is gezeten en
de andere goden, waarop Hij
terugkeerde naar Zijn
hemelverblijf waar men ononderbroken [Zijn glorie] viert.