(7) Prachtig met Zijn donkere huidskleur,
van zuivere goedheid en vreedzaam met Zijn rood doorlopen ogen,
kon Hij
worden herkend als degene met de vier armen en de gele zijden kleding
[Vishnu].
Hoofdstuk 5: Vidura Spreekt met Maitreya

(11) Wie
kan
nu
genoeg
krijgen van de verhalen
over Hem wiens voeten worden gevormd door de pelgrimsoorden, over Hem
die in
de samenleving wordt aanbeden door de grote toegewijden? Als
iemands
oren die verhalen opvangen verbreken ze door de liefde die ze
opwekken, de banden van genegenheid die een
mens voor zijn familie heeft!


ShareAlike©srimadbhagavatam.org
(20) Vanwege een vloek van de
machtige wijze Mândavya Muni nam u, uit de dienstmaagd van de
broeder [Vicitravîrya] en de zoon van Satyavatî
[Vyâsadeva],
geboorte als de incarnatie van Yamarâja, de
heerser over de dood [zie stamboom].
Stamboom uitgebreid:
van Purûravâ tot aan Krishna
en van Kuru
tot aan de Pândava's.


(34) De
lucht,
eveneens getransformeerd door de uiterst machtige ether, deed [in
contractie] de vorm
van het licht [van de zon en de sterren] ontstaan en [de
bio-electriciteit van] de zintuiglijke
gewaarwording
waarmee de wereld wordt waargenomen.
Bewerkt: 14
november
2016

Hoofdstuk 6: De Manifestatie van de Universele Gedaante

(15) Er
verschenen ogen in de gigantische gedaante die plaats boden aan
Tvashthâ, de god van het licht
en het gezichtsvermogen waarmee vormen kunnen worden waargenomen.

(9) Het drievoudige van
het gigantische hangt samen met de drie aspecten van
âdhyâtmika [het zelf met zijn zintuigen en de geest],
âdhidaivika [de natuur met al haar goden] en âdhibhautika
[de anderen en wat zich meer aan de zinnen voordoet], het tienvoudige
heeft betrekking op de [organen van de] levenskracht [de prâna:
de handen, de voeten, de anus, de geslachtsorganen, de ogen, de neus,
de oren, de tong, de huid en de mond; zie brahma sûtra 2.4: 5-6], en het enkelvoudige verwijst naar het hart.