(11-12) Zijn
materiële energie, bestaande uit verschillende
combinaties van de natuurlijke geaardheden,
wordt vertegenwoordigd door Zijn bloemenslinger.
Het gele gewaad dat Hij draagt staat voor de
Vedische versmaten en Zijn heilige draad staat
voor het drie letters tellende AUM. Het proces
van sânkhya en yoga
draagt de Godheid in de vorm van Zijn makara
['zeemonster'] oorhangers, en Zijn kroon, die al
de werelden bevrijdt van angst, vertegenwoordigt
de superieure [bovenzinnelijke] positie.

(45)
Al dezen [deze persoonlijkheden] vormen
de heerlijkheden van Vishnu, de Allerhoogste
Persoonlijkheid van God in de gedaante van de
zonnegod; zij nemen van een
ieder die dag na dag, 's morgens en 's avonds
aan hen denkt, de terugslagen van de
zonde weg.

Hoofdstuk
12: De Onderwerpen van het
S'rîmad-Bhâgavatam Samengevat

(19-20) De
regeerperioden van de Manu's worden tot in
detail beschreven [8.1], de verlossing
van de koning van de olifanten [Gajendra, 8.2-4] en de avatâra's van
Heer Vishnu voor iedere periode van Manu [8.5 en 13], zoals
Hayas'îrshâ [8.24: 8 en 57; 5.18: 1], Nrisimha [7.9-10], Vâmana [8.18-22], Mâtsya [8.24] en de
nederdaling van Kûrma om het karnen van de nectar
uit de melkoceaan door
de bewoners van de hemel [te
ondersteunen, 8.7-8].

(27) [Het is]
de dynastie waarin de Opperheer die we kennen
als Krishna, de Meester van het Universum,
nederdaalde in het huis van
Vasudeva. Vervolgens wordt
Zijn geboorte [10.3] beschreven en
hoe Hij opgroeide in Gokula [10.4-10].

(55) De heugenis van Heer Krishna's
lotusvoeten doet al het ongunstige teniet en
leidt tot het grootste geluk. Verbonden in
kennis, wijsheid en onthechting komt men met
toewijding voor de Opperziel tot zuivering van
het hart.

Hoofdstuk
13: De Heerlijkheden van het
S'rîmad-Bhâgavatam