Hoofdstuk
25: De Drie Geaardheden der
Natuur en Daarboven
(1) De
Opperheer zei: 'O beste van alle personen,
probeer te begrijpen wat Ik je nu ga zeggen over
de manier waarop iemand wordt beïnvloed door een
bepaalde geaardheid van Mijn materiële natuur [*]. (2-5) Met de
basiskwaliteit goedheid vindt men
gelijkmoedigheid, zinsbeheersing, tolerantie,
onderscheidingsvermogen, boetvaardigheid,
waarachtigheid, mededogen, heugenis,
tevredenheid, verzaking, begeerteloosheid,
gelovigheid, bescheidenheid en innerlijke
tevredenheid. Met de geaardheid hartstocht loopt
men op tegen lusten, ondernemingszin,
zelfmisleiding, ongenoegen, hoogmoed, een
verlangen naar zegeningen, partijdigheid,
zinsbevrediging, overhaast tewerk gaan, behoefte
aan erkenning, hoon, machtsvertoon en straffen
met harde hand. Met de natuurlijke kwaliteit
onwetendheid is er intolerantie, hebzucht,
bedrieglijkheid, geweld, aandacht zoeken,
huichelarij, lusteloosheid, ruzie, weeklagen,
begoocheling, het lijden onder depressiviteit,
laksheid, valse hoop, angst en indolentie.
Dezen, de een na de ander door Mij beschreven,
vormen het grootste deel van de effecten van de
natuurlijke
geaardheden. Verneem nu over hun combinaties
[zie ook B.G. 14].

Hoofdstuk
26: Het
Lied van Purûravâ

(4) De nakomeling van Ilâ
[geheten Aila ofwel Purûravâ, zie ook 9.14: 15-16], de welbekende grote
keizer, zong het volgende machtige lied toen
hij, gescheiden van Urvas'î verbijsterd geraakt,
er zich bij neerlegde en erin slaagde zijn
verdriet in te tomen.

Hoofdstuk
27: Over
het Respecteren van
de Gedaante van de Heer

(12) Men spreekt van acht
soorten beeltenissen: zij die bestaan uit steen,
hout, metaal,
een smeerbare substantie [zoals klei], een
schildering, uit zand, uit edelsteen en uit een
in gedachten gehouden beeld.

Hoofdstuk
28: Jñâna Yoga of de
Aanduiding
en het Werkelijke

(4) Wat is nu goed of wat
is nu kwaad in deze onwerkelijke, misleidende
materiële dualiteit die, door de geest overwogen
en onder woorden gebracht, een valse
[ontoereikende] voorstelling van zaken oplevert?
[*]

(30) Een normaal levend
wezen aangedaan door het werk dat hij doet, zijn
karma, voortgedreven door dan weer deze en dan
weer die impuls, blijft
in die positie totdat hij sterft. Maar
een intelligent iemand is, ondanks dat hij zich
in de materiële positie bevindt, niet zo [wisselvallig],
omdat hij, met de ervaring van het geluk dat hij
vond, zijn
materiële verlangens opgaf.

Hoofdstuk
29: Bhakti
Yoga: de Meest Zegenrijke Manier
om de Dood te Overwinnen

(35) S'rî
S'uka zei: 'Nadat hij de
woorden van Uttamas'loka had aangehoord en hem
aldus het pad van de yoga was getoond, zei
Uddhava met zijn handen samengevouwen niets,
want zijn keel was dichtgesnoerd door de
liefde en zijn ogen stonden vol met tranen.
Bewerkt: 27
augustus, 2022

Hoofdstuk
30: Het Verdwijnen van de
Yadu-dynastie

(5) De Allerhoogste Heer
zei: 'O besten van de Yadu's, gezien deze
angstwekkende, grote en onheilspellende
voortekenen, die zijn als de vaandels van de
koning van de dood, moeten we geen moment langer
in Dvârakâ blijven.

(33) Zijn
voet die de vorm had van de kop van een
hert werd [toen] getroffen door de pijl
van een jager genaamd Jarâ die dacht dat
hij een hert zag. De pijl was vervaardigd
uit een fragment dat was overgebleven van
het ijzer [van de door de brahmanen
vervloekte knots die werd vernietigd 11.1:
23].

Hoofdstuk
31: De
Hemelvaart van Krishna
(1) S'rî S'uka zei: 'Toen
arriveerden daar [in Prabhâsa] Brahmâ samen met
S'iva en zijn gemalin,
de halfgoden onder leiding van Indra, de wijzen
en de meesters van de mensheid.

(7) En terwijl in de
hemel pauken weerklonken en er bloemen
neerregenden, volgden Waarheid,
Rechtschapenheid, Bestendigheid, Roem en
Schoonheid Hem toen Hij de
aarde verliet [*, zie ook 10.39: 53-55].

(28) Aldus werden de
aantrekkelijke en allergunstigste heldendaden en
kindertijdwederwaardigheden van de incarnatie van de Allerhoogste
Heer Hari
[met al Zijn expansies, zie 10.1: 62-63] hier [in dit verhaal
van de Fortuinlijke] beschreven alsook elders
[in andere geschriften]. Een ieder die
uitdrukking geeft aan hen zal de bestemming
bereiken van de bovenzinnelijke toegewijde
dienst die het doel vormt van de volmaakte
wijzen [de paramahamsa's].'
Kijk voor
de © copyright rechten van de
individuele schilderijen
onderaan het hoofdstuk
waar het geplaatst is.