Afbeeldingen Canto 10 deel 1 - pagina
1 - 2 - 3 - 4
Hoofdstuk
19 - 20 - 21 - 22 - 23
Hoofdstuk
19: Opnieuw
het Opslokken van een Bosbrand

(12) 'Dat doen we', zeiden ze, en
met hun ogen gesloten verloste de Allerhoogste
Heer,
de Meester van de Yoga, hen toen van het gevaar
door het verschrikkelijke vuur op te slokken.

Hoofdstuk
20: Het
Regenseizoen en de
Herfst in Vrindāvana*

(25) Aldus gingen de Heer en Balarāma omringd
door de koeien en de jongens voor
hun plezier dat allerschitterendste woud
binnen met zijn rijpe dadels en
jambuvruchten. (26) De koeien bewogen zich
maar langzaam vanwege hun grote en
zware uiers, maar geroepen door de
Heer kwamen ze snel, met hun uiers nat
vanwege hun liefde.
(30-31) De
stieren zaten in een grasperk tevreden te
herkauwen met hun ogen dicht, samen met de
kalveren en de koeien die moe waren van het
gewicht van hun uiers. Het schonk de
Allerhoogste Heer veel plezier om de rijkdom te zien van het
regenseizoen die werd gestimuleerd door Zijn
innerlijk vermogen. Daarvoor betuigde Hij Zijn
respect.

Hoofdstuk
21: De Gopī's Verheerlijken
het Lied
van Krishna's Fluit

(5) [Voor hun geestesoog
zagen ze hoe] Zijn heerlijkheden werden bezongen door de groep
koeherders, en de gaten van Zijn fluit werden gevuld door de nectar van Zijn
lippen, terwijl Hij het Vrindāvana-woud
binnenging dat zo betoverend was door Zijn
voetafdrukken. [Ze stelden zich Hem voor] met een
pauwenveer op Zijn hoofd, een lichaam als dat
van de beste dansers, een blauwe karnikāralotus
achter Zijn oren, goudgeel gekleurde kleding en
de vaijayantī slinger om Zijn nek [de
slinger 'van victorie' met bloemen in vijf
verschillende kleuren].
Hoofdstuk
22: Krishna
Steelt de Kleren van
de Ongehuwde Gopī's
(9) Hij stal
hun kleren weg en klom snel in een kadambaboom.
Lachend met de jongens trapte Hij lol door te
zeggen: (10) 'Kom dan
hier meisjes, als je wilt, en pak je eigen
kledingstuk. Serieus, het is geen grap, want
jullie moeten uitgeput zijn door de verzaking.

Hoofdstuk
23: De
Echtgenotes van de Brahmanen Gezegend
(7) Rāma en Acyuta weiden Hun
koeien niet ver van hier, en vragen, door de
honger geplaagd, u om Hen van wat voedsel te
voorzien, o tweemaal geborenen. Dus, als u van
geloof bent, doe dan een schenking, o fijnste
kenners van de religie.

(29)
De vrouwen antwoordden:
'Praat niet zo hardvochtig tegen ons, o
Almachtige, wees trouw aan Uw [schriftuurlijke]
belofte dat je met het bereikt hebben van de basis
van Uw lotusvoeten en het hebben afgezien van alle
relaties, je op je haar de tulsī-slinger
mag dragen die door Uw voeten werd vrijgegeven. (30) Onze echtgenoten,
vaders, zoons en broers, andere verwanten en
vrienden, zullen ons niet aanvaarden! En hoe
zouden andere mensen reageren? Wilt U daarom dat alstUblieft ons gunnen,
wiens lichamen zijn neergevallen aan Uw voeten
en voor wie er geen andere bestemming bestaat, o
Bestraffer van de Vijanden?'
(31) De Allerhoogste Heer zei:
'Jullie echtgenoten zullen niet kwaad zijn van
jaloezie noch zullen jullie vaders, broers, zoons
of andere mensen dat zijn. Zelfs de halfgoden
zullen, op Mijn woord, jullie gunstig gezind zijn. (32) Fysieke omgang maakt de
mensen in de wereld niet meer tevreden of
liefdevoller. Als jullie [in plaats daarvan] je
geesten op Mij fixeren, zullen jullie snel bij Me
zijn. (33) Luisterend, samenkomend
[voor de beeltenis of voor omgang met de
toegewijden], mediterend op en zingend over Mij,
zijn jullie van liefde voor Mij, niet zozeer door
fysiek in Mijn nabijheid te verkeren. Keer daarom
terug naar huis.'
Kijk
voor de © copyright rechten van de
individuele schilderijen
onderaan
het hoofdstuk waar het geplaatst is.
|